woensdag 30 april 2008

deel 2: landbouw-eerste steden (10.000 BC - 3000 BC)

Waarom landbouw?
Niemand weet waarom. En waarom toen? Ook dat is een groot vraagteken al kan het te maken hebben met een grote klimaatsverandering. Waarom daar waar het gebeurde als eerst? Ook dát is onzeker.

Landbouw in de "Oude Wereld": Azië, Afrika en Europa
In de "Oude Wereld" begon de landbouw in ieder geval in het Midden-Oosten, vanaf het einde van de zogenaamde Natufian cultuur (14,500–11,500 BP). De mensen van deze cultuur kende wel al de hond als huisdier en woonden al vroeg in vaste nederzettingen. De bekendste nederzetting is waarschijnlijk ook de oudste in dit deel van de wereld: Jericho.

De landbouw (tussen 10.000 en 8000 BC) begon niet met granen, maar met knollen en vruchten zoals uien en vijgen. Later kwamen daar de granen bij, vooral tarwe. Vervolgens verspreidde deze levenswijze zich naar net noorden (richting Kaukasus en Europa --> Nederland wordt bereikt tussen 4500 en 5000BC, door de dragers van de zogenaamde Swifterbantcultuur), het zuidwesten (Egypte en de rest van Noord-Afrika --> tegen 5500BC zijn de grenzen van Marokko bereikt) en het oosten (richting India, +/- 7000BC in Baluchistan). Naast landbouw worden er ook dieren gedomesticeerd. In het Midden-Oosten zijn dat twee belangrijke, te weten het schaap en de geit (beide na 9000BC). Rond 7000BC komen zij aan in Afrika waar ze later een heel belangrijke rol zouden gaan spelen.

Het Midden-Oosten is echter niet de enige plek waar landbouw wordt uitgevonden en dieren gedomesticeerd. Een andere belangrijke plaats is de Yangzi vallei in het huidige China. Hier begint men met de verbouw van rijst (zeker vanaf 7000BC maar mogelijk eerder). Ook de rijstlandbouw verspreidt zich, eerst over het gehele oosten van China (grofweg tussen Peking en Hongkong), later naar Taiwan (3500-3000BC), Thailand (3000BC) en de Gangesvallei in India (tussen 3000 en 2000BC). Tussen 2500 en 1000BC bereikt dit graan Indonesië.

Een ander centrum van landbouw is een die niet erg bekend is: Papua. In de hooglanden van dit eiland begint men rond 7000BC met de cultivering van allerlei gewassen die tegenwoordig een bijna even grote rol spelen als tarwe en rijst. Dit zijn: taro, yam, suikerriet en (last but not least) bananen. Het is onduidelijk in hoeverre deze landbouw zich is gaan verspreiden voor de komst van de rijstlandbouwers uit Taiwan (zie volgende deel). Wat zeker is, is dat beide landbouwtradities elkaar tegenkomen, samengaan en vanaf ongeveer 1500BC samen aan een enorme expansie beginnen (zich uitstrekend namelijk van Paaseiland en Hawaii tot ver in tropisch Afrika).

Runderen en ezels worden waarschijnlijk voor het eerst gedomesticeerd in het noorden van Afrika (tussen Nijl en Rode Zee, runderen waarschijnlijk tussen 9000 en 8000 en ezels mogelijk wat later). Later zullen runderen ook verschijnen in het Midden Oosten en India (mogelijk onafhankelijk van de Afrikaanse runderen).

Europa is geen centrum van cultivatie of domesticatie maar "krijgt" bijna alles vanuit het Midden Oosten. Ondanks dat, ontwikkeld Europa op den duur wel een aantal eigen belangrijke culturele tradities gebaseerd op de landbouwgewassen uit het Midden-Oosten.

Landbouw in de "Nieuwe Wereld": de twee Amerika's
Hier zijn de landbouwtradities net zo oud als in de "Oude Wereld" maar dat weet de wetenschappelijke wereld pas 10 a 20 jaar. Wat duidelijk is echter, is dat het "grote publiek" (inclusief de meeste studenten geschiedenis, archeologie en biologie) nog steeds totaal niet op de hoogte zijn van wat de "Oud-Amerika" specialisten allemaal gevonden hebben de laatste twee decennia.

In de twee Amerika's zijn er (ondanks dat het gebied veel kleiner is dan Eurazië en Afrika bij elkaar) tenminste ook vier gebieden waar landbouw is uitgevonden. Dit zijn (van oudste naar jongste):

Andes-regio (Ecuador en Peru)
Mexico
Amazone (Brazilië)
Noord-Amerika (Verenigde Staten)

Er zijn een aantal verschillen met de "Oude Wereld" waarvan de belangrijkste twee zijn:

een grotere verscheidenheid in gewassen
een geheel andere vorm van domesticatie van dieren

De oudste landbouwgewassen komen uit Ecuador en Peru en dateren (evenals in het Midden-Oosten) uit de periode 10.000-8000BC. Het zijn voornamelijk pompoen en kalebassoorten. Ook in Mexico worden die al rond deze tijd gekweekt. Tussen 8000 en 6000BC zijn in de Andes al een heleboel verschillende gewassen te vinden waaronder chilipepers, bonen en typische Andesproducten zoals Lúcuma, Olluco, Oca en Pacay. Vanuit Mexico en de Amazone komen twee zeer belangrijke gewassen die veel betekenen voor de huidige wereld: maïs (Mexico, rond 7000BC) en maniok (Amazone, waarschijnlijk ook rond 7000BC en zeker al vanaf 6000BC). In Noord-Amerika werden de eerste gewassen gekweekt rond 3000BC. Alleen de zonnebloem is tegenwoordig bekend bij het grote publiek.

De verspreiding van bepaalde gewassen (zoals maïs, maniok en de minder bekende pijlwortel) gingen razendsnel ook al is het onduidelijk of ze al een belangrijke rol speelden in het voedselpatroon. In ieder geval is maïs al tussen 5000 en 6000BC aanwezig in het noorden van Zuid-Amerika (Colombia en Ecuador) en maniok (uit Zuidoost Brazilië) al rond 4500BC in centraal Mexico.

Waarom de verscheidenheid van de Amerikaanse producten (maïs, maniok, (gewone en zoete)aardappelen, tabak, bonen, pompoenen, paprika's/pepers, cacao, katoen, etc... zijn allemaal van groot belang) groter is dan in de rest van de wereld (tarwe, gierst, gerst, rijst, bananen, taro en kolen vormen bijna overal de basis terwijl andere gewassen duidelijk van minder belang zijn), is onduidelijk.

Wat ook geheel onduidelijk is, is de rol van gedomesticeerde dieren. In Eurazië en Afrika spelen ze een zeer grote rol. Het gaat hier voornamelijk om schapen, geiten, varkens, runderen, paarden en kippen. Andere dieren spelen een minder belangrijke rol hoewel bijvoobeeld konijnen (ons tamme konijn is oorspronkelijk afkomstig uit Spanje) uiteindelijk ook een enorme rol gespeeld blijken te hebben (voornamelijk in de landschapsgeschiedenis zoals -zeer bekend- in Australië en -minder bekend- Nederland).

In de Amerika's waren er veel meer gedomesticeerde dieren dan vaak gedacht wordt maar ook een heleboel dieren die op een totaal andere manier "getemd" werden dan dat men in de "Oude Wereld" gewend was. Op de "traditionele, dwz. 'Oude Wereld'-manier'" waren het vooral vogels die een grote rol speelden. De bekendste daarvan is de kalkoen (gedomesticeerd in Mexico) maar andere vogels, zoals de muskuseend en de macaw (zo'n grote rode ara/papegaai) hebben ook een zeer grote en belangrijke rol gespeeld. Andere bekende gedomesticeerde Amerikaanse dieren zijn de lama, de alpaca, de cavia, de bij en de hond.

Een voorbeeld van "niet-traditionele domesticatie" is die van de Noord-Amerikaanse bizon. In plaats van het dier op te sluiten in kralen (hoewel ook hier aanwijzingen voor bestaan) en het te fokken, vergrootte men (door middel van vuur en dus het verkleinen van het bosareaal) het leefgebied (gravlaktes) van de bizon. Hierdoor kregen zelfs de bewoners van het uiterste oosten van de huidige VS de beschikking over een steeds terugkerende bizonpopulatie. Hoewel de Europeanen in de Middeleeuwen de beschikking hadden over tamme dieren naast (en vaak in) het huis, hadden de indianen in het oosten van de VS in de praktijk toch vaker vlees op het menu.

Aardewerk, dorpsculturen en megalieten

1 opmerking:

Agriaffaires: landbouwmachines zei

goed artikel en zeer interessant, dank u