zaterdag 21 februari 2009
donderdag 12 februari 2009
5: van "0" tot 1000 na christus
Net als in Europa, wordt het hier echt interessant. In Europa bereikt het Romeinse Rijk het hoogtepunt terwijl men traditioneel rond 400 (of 300 of 500) de Middeleeuwen laat beginnen. Heel Europa wordt Christelijk, halverwege komt ook de Islam op en in de 7de eeuw al strekt het Islamitische rijk zich uit van Spanje tot India. In China komen de grote dynastieën die China tot het machtigste, rijkste en meest ontwikkelde land ter wereld maken. In West-Afrika ontstaan de eerste rijken die goud beginnen te exploiteren, in Mexico domineert de stad Teotihuacan het leven. En in Zuid-Amerika...
De Moche-cultuur aan de noordkust ontwikkeld zich naar grote hoogten, aan de zuidkust van Peru kot de bekende Nazca-cultuur, de mensen die verantwoordelijk zijn voor de lijnen en figuren in de woestijn aldaar. Rond 500 na christus echter worden beide overschaduwd door een nieuwe grootacht uit de bergen, ditmaal waarschijnlijk een militaire macht, het Wari-rijk. Weer wordt geheel Peru nagenoeg verenigd. Maar Wari is niet alleen. In het zuiden, op de Boliviaanse hoogvlakten, komt een ander rijk, ditmaal (net als Chavin) meer om een ideologie (Stafgod) heengebouwd. Geheel (Andes)Bolivia, zuid Peru, noordwest Argentinië en Noord-Chili raakt onder invloed van deze cultuur, genoemd naar het grootste centrum, gelegen aan de zuidoever van het Titicaca-meer, Tiwanaku. De macht van deze twee rijken die zo van elkaar verschillen maar ook zoveel geeen hebben duurt ongeveer 500 jaar.
Ook Ecuador en Colombia bereiken nieuwe hoogten. De Tolita-cultuur is slechts een van de vele regionale Ecuadoriaanse culturen. Aan de centrale en zuidelijke kust komen culturen op die bovendien veel langer standhouden. Soms zelfs tot aan de komst van de Spanjaarden. De Ecuadoriaanse kust lijk een plaats te zijn die geregeerd wordt door zowel priesters, als handelaren. De spondylusschelp wordt steeds belangrijker en er zijn sterke aanwijzingen dat in deze periode voor het eerst overzees contact wordt gelegd met Mexico (eerste helft van dit millenium). Vanaf dan is dus het handelsnetwerk van de Ecuadorianen twee keer zo groot en strekt het zich uit van west Mexico tot in ieder geval zuid Peru (mogelijk centraal Chili). De Mexicananen leveren de Ecuadorianen meer spondylus, de Ecuadorianen leveren deze spondylus aan de Peruanen en de Peruanen komen met metalen (o.a. het nieuwe brons) die de Ecuadorianen weer verschepen naar Mexico alwaar ze zodoende rond 600 de metallurgie (tot dan toe onbekend in Mexico) in het noorden introduceren.
In Colombia komt een geheel ander soort mettalurgie op, draaiend rondom een vernuftige legereing van goud en koper (en soms wat zilver) die bekend staat als Tumbaga. Het is veel harder dan koper alleen (soms zelfs net zo hard als ijzer) maar heeft een veel lagere smelttemperatuur dan koper. Het spul is uitermate populair en wordt dan ook geïntroduceerd naar verre buitengebieden (centraal Amerika, Antillen, Guyana's en Amazone). De bekendste cultuur uit deze periode is die van San Agustin, in de zuidelijke bergen van het land.
De Moche-cultuur aan de noordkust ontwikkeld zich naar grote hoogten, aan de zuidkust van Peru kot de bekende Nazca-cultuur, de mensen die verantwoordelijk zijn voor de lijnen en figuren in de woestijn aldaar. Rond 500 na christus echter worden beide overschaduwd door een nieuwe grootacht uit de bergen, ditmaal waarschijnlijk een militaire macht, het Wari-rijk. Weer wordt geheel Peru nagenoeg verenigd. Maar Wari is niet alleen. In het zuiden, op de Boliviaanse hoogvlakten, komt een ander rijk, ditmaal (net als Chavin) meer om een ideologie (Stafgod) heengebouwd. Geheel (Andes)Bolivia, zuid Peru, noordwest Argentinië en Noord-Chili raakt onder invloed van deze cultuur, genoemd naar het grootste centrum, gelegen aan de zuidoever van het Titicaca-meer, Tiwanaku. De macht van deze twee rijken die zo van elkaar verschillen maar ook zoveel geeen hebben duurt ongeveer 500 jaar.
Ook Ecuador en Colombia bereiken nieuwe hoogten. De Tolita-cultuur is slechts een van de vele regionale Ecuadoriaanse culturen. Aan de centrale en zuidelijke kust komen culturen op die bovendien veel langer standhouden. Soms zelfs tot aan de komst van de Spanjaarden. De Ecuadoriaanse kust lijk een plaats te zijn die geregeerd wordt door zowel priesters, als handelaren. De spondylusschelp wordt steeds belangrijker en er zijn sterke aanwijzingen dat in deze periode voor het eerst overzees contact wordt gelegd met Mexico (eerste helft van dit millenium). Vanaf dan is dus het handelsnetwerk van de Ecuadorianen twee keer zo groot en strekt het zich uit van west Mexico tot in ieder geval zuid Peru (mogelijk centraal Chili). De Mexicananen leveren de Ecuadorianen meer spondylus, de Ecuadorianen leveren deze spondylus aan de Peruanen en de Peruanen komen met metalen (o.a. het nieuwe brons) die de Ecuadorianen weer verschepen naar Mexico alwaar ze zodoende rond 600 de metallurgie (tot dan toe onbekend in Mexico) in het noorden introduceren.
In Colombia komt een geheel ander soort mettalurgie op, draaiend rondom een vernuftige legereing van goud en koper (en soms wat zilver) die bekend staat als Tumbaga. Het is veel harder dan koper alleen (soms zelfs net zo hard als ijzer) maar heeft een veel lagere smelttemperatuur dan koper. Het spul is uitermate populair en wordt dan ook geïntroduceerd naar verre buitengebieden (centraal Amerika, Antillen, Guyana's en Amazone). De bekendste cultuur uit deze periode is die van San Agustin, in de zuidelijke bergen van het land.
woensdag 11 februari 2009
en 4: 1500 voor Chr - "jaar 0"
In de centrale Andes (Peru/Bolivia) kent men tussen 1500 voor en 500 na twee culturele periodes, genaamd "Vroege Horizon" (tot 500 voor) en "vroege Tussenperiode" (500-500). Om enigszins gelijk te lopen met andere gebieden (in Zuid-Amerika en elders), heb ik hier echter het niet bestaande jaar 0 genomen als einde van mijn vierde verhaal. De "Vroege Horizon" is de periode van de Chavin cultuur. Bij nummer drie heb ik al uitgelegd wat zo bijzonder is aan deze periode die men tot tien jaar geleden zag als het begin van de Andesbeschaving. Deze culturele traditie komt voort uit de Andes al lijkt het er op dat bepaalde elementen (Stafgod bv.) al in de oudere kustculturen van Supe bekend waren. In feite is geheel Peru nu onder een en dezelfde culturele traditie. Bolivia en Ecuador vertonen echter ook aanwijzingen van Chavin invloed. De periode is overigens genoemd naar de plaats Chavin de Huantar, een religieus complex op ruim 3000 meter hoogte in de noodelijke bergen van Peru. Dit was, tegen het einde van de periode, absoluut het belangrijkste religieuze centrum in de verre omtrek, waarschijnlijk vergelijkbaar met Jeruzalem, Mekka of Rome. Van overal (Ecuador, Amazone, Bolivia) kwamen mensen naar de plek, waarschijnlijk om te luisteren naar een orakel en om offers te brengen aan de Chavin-goden (zie 3). Na 500 voor christus gaan de verschillende regio's weer meer hun eigen weg. Aan de Peruaanse zuidkust komt de Paracas-cultuur op, bekend om de in schitterende kleden gewikkelde mummies. Aan de noordkust komt een veel bekendere cultuur op, die van de Moches (Mochicas). Zij bouwen enorme tempels en zijn meesters in het bewerken van metalen (vooral goud en zilver). Vooral hun aardewerk (betsaande uit zeer realistische portretten, dagelijkse tafrelen en erotische af- (uit)beeldingen) is echter beroemd.
Eerste 2: Chavin de Huantar
3, 4, 5: Moche kunst. Heel natuurgetrouw, ook met baarden dus (zoveelste mythe die ontkracht wordt), lamarijder (en nóg een mythe die naar de prullebak kan!)
.
De noordelijke Andes (Ecuador/Colombia) kent zeer opvallende aardewerktradities, vooral in het laagland dat immers al zo lang (veel langer dan Peru) het gebruik van aardewerk kent. De opmerkelijkste Ecuadoriaanse culturen zijn Chorrera (gehele kust, vanaf 1500 voor Chr ongeveer) en Tolita (noordkust, plaatselijke opvolger van Chorrera vanaf ongeveer 300 voor). Net als het Moche aardewerk is dat van Chorrera heel realistisch. Voornamelijk echter van dieren. Pas later (en in de Tolita periode daarna) worden ook mensen (en b.v. huizen) realistisch uitgebeeld. Tegen 900 voor Chr. bereikt vanuit het zuiden de eerste metaalbewerking het Ecuadoriaanse grondgebied. De Tolita-mensen ontdekken dat naast het Peruaanse goud, koper en zilver, zijzelf over een ander metaal beschikken: platina. En ze ontdekken ook hoe ze dit metaal, met een hogere smelttemperatuur dan ijzer, kunnen bewerken. Toen de Spanjaarden hier aankwamen in de voeg 16de eeuw was men in Europa onbekend met platina. Men vond het dan ook maar waardeloos, vooral omdat het "niet te smelten" was. Veel werd dan ook in zee gedumpt. Pas twee eeuwen later ontdekte een Duitser wat de Ecuadoriaanse indianen toen al ongeveer 2000 jaar wisten. Sindsdien is platina een edelmetaal.
De noordelijke Andes (Ecuador/Colombia) kent zeer opvallende aardewerktradities, vooral in het laagland dat immers al zo lang (veel langer dan Peru) het gebruik van aardewerk kent. De opmerkelijkste Ecuadoriaanse culturen zijn Chorrera (gehele kust, vanaf 1500 voor Chr ongeveer) en Tolita (noordkust, plaatselijke opvolger van Chorrera vanaf ongeveer 300 voor). Net als het Moche aardewerk is dat van Chorrera heel realistisch. Voornamelijk echter van dieren. Pas later (en in de Tolita periode daarna) worden ook mensen (en b.v. huizen) realistisch uitgebeeld. Tegen 900 voor Chr. bereikt vanuit het zuiden de eerste metaalbewerking het Ecuadoriaanse grondgebied. De Tolita-mensen ontdekken dat naast het Peruaanse goud, koper en zilver, zijzelf over een ander metaal beschikken: platina. En ze ontdekken ook hoe ze dit metaal, met een hogere smelttemperatuur dan ijzer, kunnen bewerken. Toen de Spanjaarden hier aankwamen in de voeg 16de eeuw was men in Europa onbekend met platina. Men vond het dan ook maar waardeloos, vooral omdat het "niet te smelten" was. Veel werd dan ook in zee gedumpt. Pas twee eeuwen later ontdekte een Duitser wat de Ecuadoriaanse indianen toen al ongeveer 2000 jaar wisten. Sindsdien is platina een edelmetaal.
bovenste drie: Chorerra (1500-300 v Chr) aardewerk... Vleermuis, aap en uil
onderste drie: Tolita (300 voor-300 na) kunst... Half mens, half jaguar. Mogelijk hetzelfde wezen maar dan in platina en goud. Meer platina/goud.
.
De zuidelijke Andes (Chili, Argentinië) ziet de expansie van complexe culturen naar het zuiden. Ook hier wordt de invloed vanuit Bolivia/Peru steeds groter. De eerste steden verschijnen rond 500 voor Chr.
.
Venezuela, de Guyana's en de Antillen kennen hetzelfde verhaal. De Saladoid-mensen en hun cultuur breiden zich steeds verder uit maar in het Orinocogebied komt rond 500 voor Chr. al een nieuwe cultuur op die nog eer invloed zou gaan hebben, de Barrancoid.
.
Het Amazonegebied gaat een belangrijke periode in. Rond 1500 namelijk begint waarschijnlijk de expansie van de Arawak-sprekende volken. Dit gebeurd langs de grote rivieren en het is waarschijnlijk dat de Barrancoid cultuur een Arawakse cultuur is die vanuit de Amazone, via het Casiquare-kanaal, de Orinocodelta in Venezuela bereikt. Deze mensen kennen de klassieke Amazonecultuur, gebaseerd op de verbouw van manioc en in het bezit van hangmatten, maloca's (grote, ronde communale huizen), kano's en, eventueel, blaaspijpen voor de jacht. Ook doet men tussen 1500 en 0 een uitvinding (hoe opzettelijk is nog onduidelijk) die de komende prekoloniale periodes totaal zullen veranderen. Men vindt de Terra Preta (do Indio) uit, de Zwarte (Indiaanse) Aarde, een methode om de van nature onvruchtbare, roodgeel-kleurige Amazonegrond te veranderen in een uiterst vruchtbare, zwartkleurige, aarde die uitermate geschikt blijkt voor landbouw en lange bewoning. In de zuidelijke Amazone (grengebied Bolivia, Paraguay) begint een andere grote taalgroep zich te roeren. Dit zijn de Tupi-mensen die, net als de Arawakken kiezen voor migratie en nederzttingen langs de rivieren.
De zuidelijke Andes (Chili, Argentinië) ziet de expansie van complexe culturen naar het zuiden. Ook hier wordt de invloed vanuit Bolivia/Peru steeds groter. De eerste steden verschijnen rond 500 voor Chr.
.
Venezuela, de Guyana's en de Antillen kennen hetzelfde verhaal. De Saladoid-mensen en hun cultuur breiden zich steeds verder uit maar in het Orinocogebied komt rond 500 voor Chr. al een nieuwe cultuur op die nog eer invloed zou gaan hebben, de Barrancoid.
.
Het Amazonegebied gaat een belangrijke periode in. Rond 1500 namelijk begint waarschijnlijk de expansie van de Arawak-sprekende volken. Dit gebeurd langs de grote rivieren en het is waarschijnlijk dat de Barrancoid cultuur een Arawakse cultuur is die vanuit de Amazone, via het Casiquare-kanaal, de Orinocodelta in Venezuela bereikt. Deze mensen kennen de klassieke Amazonecultuur, gebaseerd op de verbouw van manioc en in het bezit van hangmatten, maloca's (grote, ronde communale huizen), kano's en, eventueel, blaaspijpen voor de jacht. Ook doet men tussen 1500 en 0 een uitvinding (hoe opzettelijk is nog onduidelijk) die de komende prekoloniale periodes totaal zullen veranderen. Men vindt de Terra Preta (do Indio) uit, de Zwarte (Indiaanse) Aarde, een methode om de van nature onvruchtbare, roodgeel-kleurige Amazonegrond te veranderen in een uiterst vruchtbare, zwartkleurige, aarde die uitermate geschikt blijkt voor landbouw en lange bewoning. In de zuidelijke Amazone (grengebied Bolivia, Paraguay) begint een andere grote taalgroep zich te roeren. Dit zijn de Tupi-mensen die, net als de Arawakken kiezen voor migratie en nederzttingen langs de rivieren.
Terra Preta
.
Het zuidelijke gebied (Patagonië) blijft het domein van nomadische jagers-verzamelaars hoewel men zich ook hier steeds meer lijkt te gaan vestigen. Er worden in ieder geval steeds vaker kleine stenen monumenten opgericht waarvan het doel echter onbekend blijft.
dinsdag 10 februari 2009
nummer 3: periode tussen 5000 en 1500 voor christus
Vanaf ongeveer 5000 voor christus komen er belangrijke veranderingen. In de wereld, maar ook in Zuid-Amerika. In het Amazonegebied wordt het eerste aardewerk van het Amerikaanse continent gemaakt (al rond of zelfs voor 6000 v. Chr.). Aan de noordkust van Peru en aan de kust van Ecuador verschijnen de eerste complexe nederzettingen (flinke dorpen met door mensen opgeworpen heuvels voor bewoning en/of religie rond 4500 v. Chr.). In het noorden van Chili worden de oudste mummies ter wereld gemaakt, ongeveer 2000 jaar voordat de Egyptenaren dat deden. Ook worden de Antillen voor het eerst bewoond. Trinidad (dat dan nog vastzit aan het vaste land) rond 5000 en de Grote Antillen (vooral Cuba en het eiland Hispañola dat uit de moderne staten Haïti en de Dominicaanse Republiek bestaat) rond 4000 voor Chr. Hoogstwaarschijnlijk gebeurd dit vanuit Venezuela hoewel in het geval van de Grote Antillen ook wel Mexico wordt aangewezen als plaats waar b.v. de eerste Cubanen vandaan komen.
Dan, vanaf ongeveer 3000 voor christus, ontstaan er langs de kust van Peru de eerste steden van Amerika. Daarmee is deze ontwikkeling ongeveer net zo oud als in het Midden-Oosten, de piramides in Egypte en de oudste steden in het Indusgebied (India/Pakistan). In de bergen is dan de domesticatie van de guanaco (tot lama) begonnen. Iets later bereikt de maïslandbouw en de idee om kunstmatige heuvels op te richten het noorden van Uruguay. Ook in het uiterste noorden van het vaste land (de Guyana's en Venezuela) worden de samenlevingen een stuk complexer (meer landbouwafhankelijk, meer sedentisme, aardewerk). Het oudste bekende Surinaamse aardewerk (genoemd naar de plaats waar het gevonden is, de "Kaurikreek") is zo'n 5000 jaar oud en lijkt erg op de stijlen in Venezuela, vooral op de belangrijkste aardewerktraditie van dat land op dit moment: Saladoid. De Saladoid mensen waren blijkbaar of expansie gericht, of hadden een aantrekkelijke cultuur. In ieder geval verspreidt de traditie zich over het grootste gedeelte van de Guyana's en de Antillen (tot enkele eeuwen na christus).
Rond 1500 voor chr. is eigenlijk geheel Zuid-Amerika (behalve het uiterste zuiden, dwz. het koele, vrij droge en winderige Patagonië) bewoond door mensen met een cultuur die door archeologen ook wel "Formatief" genoemd wordt. Heel simpel gezegd bedoelt men daarmee boeren in vaste nederzettingen met eigen aardewerktradities. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor geheel Europa, en grote delen van Afrika, Azië en de noordelijker delen van Amerika (b.v. Panama, Mexico en een groot gedeelte van de VS). De Andes vormt echter een uitzondering omdat hier al zo lang een stedelijke samenleving bestaat. Als de eerste steden (aan de kust) ten onder zijn gegaan (waardoor is onduidelijk), komt er een nieuwe sterke religieuse traditie boven drijven die de Chavin-Horizon genoemd wordt en waarschijnlijk uit de bergen komt. Kenmerkend voor deze traditie zijn de bouw van grote tempels, een geheel eigen iconografie, een sterke gerichtheid op de Amazone (samen met typische Amazoneproducten zoals manioc, pinda en coca, springen vooral drie grote Amazonedieren eruit: de Jaguar, de Kaaiman, en de Harpijarend), de godheid die door archeologen "Stafgod" genoemd wordt en de Spondylusschelp, oorspronkelijk afkomstig uit de tropische wateren van Ecuador. Ook ontwikkeld men (rond 2000 v. Chr) in het centrale gedeelte van de Andes (Bolivia, zuid Peru) een eigen metallurgie.
Dan, vanaf ongeveer 3000 voor christus, ontstaan er langs de kust van Peru de eerste steden van Amerika. Daarmee is deze ontwikkeling ongeveer net zo oud als in het Midden-Oosten, de piramides in Egypte en de oudste steden in het Indusgebied (India/Pakistan). In de bergen is dan de domesticatie van de guanaco (tot lama) begonnen. Iets later bereikt de maïslandbouw en de idee om kunstmatige heuvels op te richten het noorden van Uruguay. Ook in het uiterste noorden van het vaste land (de Guyana's en Venezuela) worden de samenlevingen een stuk complexer (meer landbouwafhankelijk, meer sedentisme, aardewerk). Het oudste bekende Surinaamse aardewerk (genoemd naar de plaats waar het gevonden is, de "Kaurikreek") is zo'n 5000 jaar oud en lijkt erg op de stijlen in Venezuela, vooral op de belangrijkste aardewerktraditie van dat land op dit moment: Saladoid. De Saladoid mensen waren blijkbaar of expansie gericht, of hadden een aantrekkelijke cultuur. In ieder geval verspreidt de traditie zich over het grootste gedeelte van de Guyana's en de Antillen (tot enkele eeuwen na christus).
Rond 1500 voor chr. is eigenlijk geheel Zuid-Amerika (behalve het uiterste zuiden, dwz. het koele, vrij droge en winderige Patagonië) bewoond door mensen met een cultuur die door archeologen ook wel "Formatief" genoemd wordt. Heel simpel gezegd bedoelt men daarmee boeren in vaste nederzettingen met eigen aardewerktradities. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor geheel Europa, en grote delen van Afrika, Azië en de noordelijker delen van Amerika (b.v. Panama, Mexico en een groot gedeelte van de VS). De Andes vormt echter een uitzondering omdat hier al zo lang een stedelijke samenleving bestaat. Als de eerste steden (aan de kust) ten onder zijn gegaan (waardoor is onduidelijk), komt er een nieuwe sterke religieuse traditie boven drijven die de Chavin-Horizon genoemd wordt en waarschijnlijk uit de bergen komt. Kenmerkend voor deze traditie zijn de bouw van grote tempels, een geheel eigen iconografie, een sterke gerichtheid op de Amazone (samen met typische Amazoneproducten zoals manioc, pinda en coca, springen vooral drie grote Amazonedieren eruit: de Jaguar, de Kaaiman, en de Harpijarend), de godheid die door archeologen "Stafgod" genoemd wordt en de Spondylusschelp, oorspronkelijk afkomstig uit de tropische wateren van Ecuador. Ook ontwikkeld men (rond 2000 v. Chr) in het centrale gedeelte van de Andes (Bolivia, zuid Peru) een eigen metallurgie.
1-3: venusbeeldjes van de Ecuadoriaanse kustcultuur Valdivia (4400-1450 v. Chr). Ooit dacht men dat deze mensen in contact stonden met de Jomon-cultuur in Japan... De Jomon mensen zouden aardewerk in Amerika geintrodueerd hebben was de gedachte. Inmiddels is aangetoond dat het Braziliaanse aardewerk ouder is dan het Ecuadoriaanse en een introductie vanuit daar (of een eigen uitvinding) lijkt tegenwoordig waarschijnlijker. Wel "koloniseerden" de Valdivia mensen vanaf 3000 v. chr. het eilandje La Plata, een belangrijke uitvalsbasis voor de handel in de spondylusschelp.
4: Deze schelp dus. Deze rode oester heeft als meest zuidelijke verspreiding de Ecuadoriaanse wateren en speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van de Andes. De schelp werd door de zuidelijker wonende Andes-mensen (Peru, Bolivia, Chili, Agrentinie) vereerd als symbool van de vruchtbaarheid. Bovendien diende het als voedsel voor de verschillende goden. De Ecuadorianen zagen hier al heel snel een economische voordeel in en het waren de Valdivia mensen die als eerste de schelp verhandelden. Niet enkel met de zuiderburen maar ook met andere Ecuadoriaanse volken in de bergen en in het Amazonewoud. Deze foto laat vondsten zien uit (spondylus en turkoois) uit dit tropische deel van Ecuador.
5: een van de meest recente opgravingen (2007-2008) aan de kust van Peru, het ceremoniele plein van Sechin Bajo blijkt van 3500 voor christus en is daarmee tot nu toe officeel het oudste architectonische hoogstandje in Peru/Amerika (op de kunstmatige heuvels na dan).
6-10: Aspero, Caral, Bandurria. Drie van de oudste Amerikaanse steden (hoewel Aspero meer een dorp is). Caral kwam een paar jaar geleden groot in het nieuws als de oudste Amerikaanse stad (tussen 3000 en 2600 v Chr). Inmiddels (met veel minder bombarie) is die eer toegekomen aan Bandurria (3200 v. chr). Alle drie zijn onderdeel van wat men noemt de "Supe-beschaving" (naar de vallei waarin Aspero en Caral zich bevinden). Het is blijkbaar de oudste Amerikaanse beschaving en telt op het moment zo'n 25 verschillende steden, allemaal aan de droge noordkust van Peru. Hier begon men met de bouw van tempels en piramides. Hier ontwikkelde men de khipu (het ingewikkelde communicatiesysteem waar de Incastaat op draaide). Hier ontving en de eerste Ecuadoriaanse spondylus en hier is de oudste afbeelding gevonden van de "Stafgod" die later zo belangrijk werd. Op wereldschaal is de ontdekking van deze Amerikaanse beschaving ook van bijzonder groot belang omdat ze net zo oud is als de oudste beschavingen in de "Oude Wereld" (Midden-Oosten, Egypte, India, China). Tot 10 jaar geleden werd altijd aangenomen dat Amerika een laatkomertje was. Complexe maatschappijen, zo dacht men, waren veel jonger in Amerika, in de NIEUWE Wereld. Tegenwoordig weet men beter. Dat wil zeggen dat de specialisten (en de lezers van 1491!!) beter weten. Veel schoolboeken, universiteitsboeken of boeken die "de wereldgeschiedenis" behandelen, negeren deze Amerikaanse beschaving (en de meeste andere) nog steeds glashard. De vraag is waarom zeker omdat er geen eind lijkt te komen aan de uitbreiding van de Supe-beschaving. Inmiddels gaat het niet meer om een paar valleien aan de Peruaanse noordkust (tegenwoordig van de Ecuadoriaanse grens tot aan huidige Lima). En ook de data worden steeds ouder (waren de oude data voor Caral tien jaar geleden nog 2600 vChr., inmiddels zit men dus op 3500 vChr. met Sechin Bajo en andere plaatsen.)
11: beeldje van moeder met kind, gevonden in Caral
12: Saladoid aardewerk op Martinique
13: oudste goud (en turkoois) gevonden in Bolivia, 2000 vChr. Eigenlijk is het feit dat er ook turkoois gevonden is veel interessanter dan dat het het oudste goud is. Turkoois komt namelijk alleen maar voor in het noorden van Chili. Dat er turkoois wordt gevonden in noord Bolivia en in zuidelijk Ecuador (die foto/tekening met spondylusschelp) betekent dus dat er al heel vroeg handelsrelaties bestonden over grote afstanden.
14: de alpaca is, naast de lama, het tweede grote zoogdier dat door de Andesmensen gedomesticeerd werd. De lama kot voort uit de guanaco. De alpaca waarschijnlijk uit de vicuña (nieuw dna-onderzoek).
15: prehistorische heuvels uit Uruguay brengen net zo'n revolutie teweeg in dat land als de ontdekking van de Supe-beschaving in Peru. Tot zo'n tien jaar geleden dacht en daar namelijk dat de indianen van dat land altijd voedselverzamelende nomaden waren gebleven. Nauwelijks veranderd sinds de eerste inwoners. Ook hier moeten dus alle geschiedenisboeken nodig herschreven worden....
16: De Chavin-Horizon... dit is de afbeelding in de tempelplaats Garagay (tegenwoordig iddenin Lima) van een van de grote Amazonedieren... de Jaguar... meer over deze cultuur in deel 4.
deel 2: 10.000 - 5000 voor christus
In deze periode komen de eerste landbouwgewassen. De oudste zijn ongeveer even oud als die in het Midden-Oosten (tarwe, gerst, etc..). De landbouw uit het Midden-Oosten is waarschijnlijk de bron geweest voor zowel West-Azië, als Europa en Afrika, en is de oudste landbouwtraditie in de "Oude Wereld". Alleen China en het eiland Papua hebben (iets later maar waarschijnlijk zonder contact met de traditie in het westen) een geheel eigen landbouwtraditie ontwikkeld (gebaseerd op rijst/gierst in China en yam/banaan/taro/suikerriet in Papua).
Het Amerikaanse continent kent waarschijnlijk vier onafhankelijke tradities. De oudste is die in de noordelijke Andes (Peru/Ecuador). Daarna volgen Mexico, Amazone-gebied (beide iets later dan Andes) en oostelijk Noord-Amerika (een stuk later).
De twee Zuid-Amerikaanse landbouwtradities stonden al heel vroeg met elkaar en met de Mexicaanse traditie in contact. Meteen na de ontdekking van de landbouw (oudste gewassen zijn ongeveer 11.000 tot 12.000 jaar oud = 9000-10.000 voor christus) begonnen mensen blijkbaar hun gewassen te verhandelen en/of mee te nemen naar andere gebieden. Hoe dit gegaan is, is onduidelijk. Feit is dat b.v. Mexicaanse maïs al rond 6000 voor christus in Zuid-Amerika aanwezig is (slechts 1000 jaar na eerste cultivatie) en manioc (cassave) uit centraal Brazilië al rond 5000 v. Chr in centraal Mexico.
Met de landbouw (gevolg of oorzaak?) geven velen ook het nomadische bestaan op. Vooral aan de kusten blijven mensen steeds vaker voor lange tijd wonen. Dit is goed te zien aan het ontstaan van zogenaamde schelpheuvels. Men eet naast landbouwproducten en wilde planten vooral veel vis en schelpdieren en gooit de schelpen op een hoop. Die hopen worden na verloop van tijd soms meters en meters hoog. Zo hoog en zo groot dat b.v. in Brazilië men zelfs mensen in deze heuvels gaat begraven.
Het Amerikaanse continent kent waarschijnlijk vier onafhankelijke tradities. De oudste is die in de noordelijke Andes (Peru/Ecuador). Daarna volgen Mexico, Amazone-gebied (beide iets later dan Andes) en oostelijk Noord-Amerika (een stuk later).
De twee Zuid-Amerikaanse landbouwtradities stonden al heel vroeg met elkaar en met de Mexicaanse traditie in contact. Meteen na de ontdekking van de landbouw (oudste gewassen zijn ongeveer 11.000 tot 12.000 jaar oud = 9000-10.000 voor christus) begonnen mensen blijkbaar hun gewassen te verhandelen en/of mee te nemen naar andere gebieden. Hoe dit gegaan is, is onduidelijk. Feit is dat b.v. Mexicaanse maïs al rond 6000 voor christus in Zuid-Amerika aanwezig is (slechts 1000 jaar na eerste cultivatie) en manioc (cassave) uit centraal Brazilië al rond 5000 v. Chr in centraal Mexico.
Met de landbouw (gevolg of oorzaak?) geven velen ook het nomadische bestaan op. Vooral aan de kusten blijven mensen steeds vaker voor lange tijd wonen. Dit is goed te zien aan het ontstaan van zogenaamde schelpheuvels. Men eet naast landbouwproducten en wilde planten vooral veel vis en schelpdieren en gooit de schelpen op een hoop. Die hopen worden na verloop van tijd soms meters en meters hoog. Zo hoog en zo groot dat b.v. in Brazilië men zelfs mensen in deze heuvels gaat begraven.
1&2: Schelpheuvel (Sambaqui) langs Braziliaanse kust & graf van zognaamde "Vegas" mensen, aan de kust van Ecuador en de oudste Ameikaanse landbouwers.
verder:
-Pompoen: oudste Amerikaanse gewas (hier de Ecuadoriaanse soort), ongeveer 11.500 jaar.
-Quinoa: Andes-graan oorspronkelijk uit Bolivia/Peru
-Fleskalebas: oorspronkelijk uit Afrika maar samen met de pompoen oudste Amerikaanse gewas. Niet eetbaar, gebruikt als container.
-Manioc (cassave): afkomstig uit Amazone (Brazilië)
-Maïs: niet inheems in Zuid-Amerika maar zeer vroege introductie vanuit Mexico (tussen 6000 en 5000 voor christus)
-Bonen: samen met b.v. sperziebonen en snijbonen o.a. inheems in Andes en Colombia
-Aardappels: uit de Andes. Heel veel verschillende soorten en subsoorten
-Pinda: inheems in Amazone. Heel vroeg al in Peruaanse kuststreek (6500 voor christus)
-Zoete aardappel: geen familie van echte aardappel en afkomstig uit noordelijke Amazone
-En nee... aardappels komen dus niet uit Nederland en nee..., noch de Fransen, noch de Belgen hebben friet uitgevonden... Het waren de Spanjaarden die de aardappels introduceerden bij de andere Europeanen.
vrijdag 6 februari 2009
In het kader van... (deel 1: 15.000-10.000)
Hoi,
Terug van 3 maanden door Noord-Amerika crossen, op zoek naar een goede plaats...
Kom ik me daar (hier) toch op een goed idee! Plaatjes zeggen het meest. Dus dit wordt nummer 1: in het kader van "Ken de Geschiedenis van Amerika".
We beginnen met Zuid-Amerika...
nummer 1: Periode tussen 15.000? (wellicht 40.000) en 10.000 voor christus
nummer 2: Periode tussen 10.000 en 5000 voor christus
nummer 3: Periode tussen 5000 en 1500 voor christus
nummer 4: Periode tussen 1500 voor christus en "het jaar 0"
nummer 5: Periode tussen "het jaar 0" en 1000 na christus
nummer 6: Periode tussen 1000 en 1500 na chrustus
nummer 7: Periode tussen 1500 en 1800 na christus
nummer 8: Periode tussen 1800 en 1950 na christus
nummer 9: Periode tussen 1950 en 2010 na christus
Ter vergelijking zal ik ook plaatjes geven van de belangijkste gebeurtenissen in de rest van de wereld. SIDDER EN BEEF!!! (en veel plezier!). Alle nummers beginnen met heel kort stukje tekst ter inleiding. In het Nederlands, Engels, Spaans en Frans.
NUMMER 1: 15.000 (40.000)-10.000 BC (voor Christus)
Er is een groot debat tussen wetenschappers van verschillende vakgebieden over de vraag wanneer Amerika voor het eerst bewoond werd. Vaak is de discussie helaas niet echt wetenschappelijk. De meeste wetenschappers denken echter dat de eerste Amerikanen op de een of andere manier uit Azië kwamen. Net als de eerste Australiers en de eerste Europeanen. Hoe en vooral wanneer is nog steeds onduidelijk. Feit is dat er tussen 15.000 en 10.000 voor christus mensen waren hoewel er talloze bewijzen zijn voor nog oudere bewoning (meest waarschijnlijke/aannemelijke is 40.000 jaar, net als Europa en Australië), vooral in Zuid-Amerika. De belangijkste plaatsen in het zuiden zijn de volgende:
Eerste vier: de oudste (dwz. door iedereen erkende) "site" in de Amerika's: Monte Verde (zuid Chili), ongeveer 14.500 jaar oud. Stenen werktuigen, zeewier en wilde aardappel als voedsel, touw van twijgen, reconstructie huizen.
4-8: rotstekeningen in Brazilië: vooral in het oosten van Brazilië zijn er veel plaatsen gevonden met spectaculaire rotstekeningen. Aangezien het bijzonder moeilijk is rotstekeningen direct te dateren, is er een grote (vrij onwetenschappelijke) discussie over de precieze ouderdom. Veel van de locale (dwz. Braziliaanse) archeologen/historici geven data van minimaal 40.000 jaar (sommigen denken zelfs aanwijzingen te hebben voor 100.000 jaar of meer), veel (vooral Noord-Amerikaanse) collega's houden het op ongeveer 12.000 jaar.
9-11: speerpunten van tussen de 15.000 en 12.000 jaar oud uit Venezuela, Suriname en Ecuador
12 & 13: Het oudste bewijs voor orrientatie op de zee: de Quebradas (Tacahuay, Jaguay, etc) aan de zuidkust van Peru en de noordkust van Chili (vanaf 13.000 jaar geleden). Fundamenten van hut & werktuigen.
Terug van 3 maanden door Noord-Amerika crossen, op zoek naar een goede plaats...
Kom ik me daar (hier) toch op een goed idee! Plaatjes zeggen het meest. Dus dit wordt nummer 1: in het kader van "Ken de Geschiedenis van Amerika".
We beginnen met Zuid-Amerika...
nummer 1: Periode tussen 15.000? (wellicht 40.000) en 10.000 voor christus
nummer 2: Periode tussen 10.000 en 5000 voor christus
nummer 3: Periode tussen 5000 en 1500 voor christus
nummer 4: Periode tussen 1500 voor christus en "het jaar 0"
nummer 5: Periode tussen "het jaar 0" en 1000 na christus
nummer 6: Periode tussen 1000 en 1500 na chrustus
nummer 7: Periode tussen 1500 en 1800 na christus
nummer 8: Periode tussen 1800 en 1950 na christus
nummer 9: Periode tussen 1950 en 2010 na christus
Ter vergelijking zal ik ook plaatjes geven van de belangijkste gebeurtenissen in de rest van de wereld. SIDDER EN BEEF!!! (en veel plezier!). Alle nummers beginnen met heel kort stukje tekst ter inleiding. In het Nederlands, Engels, Spaans en Frans.
NUMMER 1: 15.000 (40.000)-10.000 BC (voor Christus)
Er is een groot debat tussen wetenschappers van verschillende vakgebieden over de vraag wanneer Amerika voor het eerst bewoond werd. Vaak is de discussie helaas niet echt wetenschappelijk. De meeste wetenschappers denken echter dat de eerste Amerikanen op de een of andere manier uit Azië kwamen. Net als de eerste Australiers en de eerste Europeanen. Hoe en vooral wanneer is nog steeds onduidelijk. Feit is dat er tussen 15.000 en 10.000 voor christus mensen waren hoewel er talloze bewijzen zijn voor nog oudere bewoning (meest waarschijnlijke/aannemelijke is 40.000 jaar, net als Europa en Australië), vooral in Zuid-Amerika. De belangijkste plaatsen in het zuiden zijn de volgende:
Eerste vier: de oudste (dwz. door iedereen erkende) "site" in de Amerika's: Monte Verde (zuid Chili), ongeveer 14.500 jaar oud. Stenen werktuigen, zeewier en wilde aardappel als voedsel, touw van twijgen, reconstructie huizen.
4-8: rotstekeningen in Brazilië: vooral in het oosten van Brazilië zijn er veel plaatsen gevonden met spectaculaire rotstekeningen. Aangezien het bijzonder moeilijk is rotstekeningen direct te dateren, is er een grote (vrij onwetenschappelijke) discussie over de precieze ouderdom. Veel van de locale (dwz. Braziliaanse) archeologen/historici geven data van minimaal 40.000 jaar (sommigen denken zelfs aanwijzingen te hebben voor 100.000 jaar of meer), veel (vooral Noord-Amerikaanse) collega's houden het op ongeveer 12.000 jaar.
9-11: speerpunten van tussen de 15.000 en 12.000 jaar oud uit Venezuela, Suriname en Ecuador
12 & 13: Het oudste bewijs voor orrientatie op de zee: de Quebradas (Tacahuay, Jaguay, etc) aan de zuidkust van Peru en de noordkust van Chili (vanaf 13.000 jaar geleden). Fundamenten van hut & werktuigen.
Abonneren op:
Posts (Atom)