In Tlecuilitl
Nonaantzin ihcuaac nimiquiz
Motlecuilpan xineechtooca
Ihcuaac tiyaaz titlaxcalchiihuaz
Oompa nopampa xichooca
Iihuaan tlaa acah mitztlahtlania
"nonaantzin, tleiica tichooca?"
Xiquilhui: "Ca xoxoouhqui in cuahuitl
Iihuaan teechohchooctia
Iica ceecencah popooca".
IN NEDERLANDSE SPELLING:
Ien Tlekwielietl
Nonaantsien iekwaak niemiekies
Motlekwielpan sjieneetsjtooka
Iekwaak tiejaas tietlasjkaltsjiewas
Oompa nopampa sjietsjooka
Iewaan tlaa aka mietstlatlaniea
"Nonaantsien, tleïeka tietsjooka?"
Sjiekielwie: "Ka sjosjoowkie ien kwawietl
Iewaan teetsjotsjooktiea
Ieka seesenka popooka".
VERTALING:
De Vuurplaats
Mijn moedertje, als ik sterf
Begraaf me dan onder uw vuurplaats
En als je dan tortilla's maakt
Huil daar dan om mij.
En mocht iemand je vragen:
"Mijn moedertje, waarom huilt u?"
Zeg hem: "het hout is groen
en daarom huilt men
vanwege de hoeveelheid rook".
woensdag 31 januari 2007
maandag 29 januari 2007
Waarom is het Westen rijk?
Vervolg op eerdere post.
Helaas is het al bijna 2 uur.
div eur d'an noz...
Slapen dus.
Wilde Columbus iets ontdekken?
Nee.
Wilde China iets ontdekken?
Nee.
Men wilde naar het bekende.
Niet naar het onbekende.
Want dat bestond niet.
Out of Africa?
Toch ook niet omdat men nieuwschierig was naar de rest?
Voedsel! Klimaat! Drukte!
Wie mij een ware ontdekkingsreiziger kan aanwijzen mag het zeggen.
Let wel: het doel van de reis moet zijn nieuwschierigheid naar het onbekende en niet
handel
macht
voedsel
klimaat
overbevolking
godsdienst
oorlog
etc...
Voor de goede orde:
Columbus ging voor handel, macht godsdienst
Vazco da Gama en Zheng He voornamelijk handel en macht.
Luis en Klark gingen naar het westen, enkel voor macht
Genghis Khan voor handel, macht, oorlog (mogelijk vanwege klimaat)
...
You name them...
En het zal blijken dat NIEMAND ging om iets NIEUWS te ontdekken. Men ontdekte geen nieuwe gebieden, men kwam er toevallig aan.
Tijd om daar over te gaan dromen!
truste!
L.
Helaas is het al bijna 2 uur.
div eur d'an noz...
Slapen dus.
Wilde Columbus iets ontdekken?
Nee.
Wilde China iets ontdekken?
Nee.
Men wilde naar het bekende.
Niet naar het onbekende.
Want dat bestond niet.
Out of Africa?
Toch ook niet omdat men nieuwschierig was naar de rest?
Voedsel! Klimaat! Drukte!
Wie mij een ware ontdekkingsreiziger kan aanwijzen mag het zeggen.
Let wel: het doel van de reis moet zijn nieuwschierigheid naar het onbekende en niet
handel
macht
voedsel
klimaat
overbevolking
godsdienst
oorlog
etc...
Voor de goede orde:
Columbus ging voor handel, macht godsdienst
Vazco da Gama en Zheng He voornamelijk handel en macht.
Luis en Klark gingen naar het westen, enkel voor macht
Genghis Khan voor handel, macht, oorlog (mogelijk vanwege klimaat)
...
You name them...
En het zal blijken dat NIEMAND ging om iets NIEUWS te ontdekken. Men ontdekte geen nieuwe gebieden, men kwam er toevallig aan.
Tijd om daar over te gaan dromen!
truste!
L.
donderdag 25 januari 2007
Meer slecht nieuws uit Brazilië
Dams threaten fishing tribe 24 Jan 2007
Bron: Survival International, http://www.survival-international.org/news.php?id=2193
The isolated Enawene Nawe tribe has spoken out against a series of dams which could destroy their livelihood.
The dams will have a devastating impact on the breeding cycle of the fish which are a vital part of the Enawene Nawe's diet, as they are one of the few tribes who eat no red meat.
Up to 11 dams are planned along the Juruena river, which flows through the Indians' territory. Besides being an essential part of their diet, fish also have huge ritual and symbolic signifiance for them.The dams will be funded by a consortium of businesses, many of whom are involved in the soya industry.The Enawene Nawe are opposing the dams, and have launched an appeal for support to halt their construction:
We are the Enawene Nawe of Halataikiwa village.We have just been to a meeting. We did not seek this meeting, it was the Brazilians who invited us. Together with our representatives, there were representatives from the Nambiquara, Pareci, Myky, and Rikbaktsa tribes. At the meeting we spoke with a Brazilian about the building of dams. The Brazilian said, 'Come and look at the first dam we have already built.' He continued, 'The dams are a good thing, not a bad thing. The fish will not die, the water will not become dirty, the forest will not die. 'We communicated clearly to the people who want to build the dams, 'Do not build the dams, we do not want them.'As far as the Enawene Nawe are concerned, we are completely against the dams. We do not want a car nor do we want money. We are thinking about fish, and the water. The Rikbaktsa people think the same. As soon as we got back home we, the Enawene Nawe, spoke together. After this, we spoke in Cuiabá [the capital of Mato Grosso state], to the public prosecutor. This person said that the situation was very difficult. So then we thought like this: OPAN [Brazilian NGO working with indigenous peoples] and the Federal Ministery of Public Affairs should see the impact report together; and soon we must go to Brasília so that all the Enawene Nawe can speak there.We are seeking help from others, as we are very unhappy, very unhappy indeed.
Bron: Survival International, http://www.survival-international.org/news.php?id=2193
The isolated Enawene Nawe tribe has spoken out against a series of dams which could destroy their livelihood.
The dams will have a devastating impact on the breeding cycle of the fish which are a vital part of the Enawene Nawe's diet, as they are one of the few tribes who eat no red meat.
Up to 11 dams are planned along the Juruena river, which flows through the Indians' territory. Besides being an essential part of their diet, fish also have huge ritual and symbolic signifiance for them.The dams will be funded by a consortium of businesses, many of whom are involved in the soya industry.The Enawene Nawe are opposing the dams, and have launched an appeal for support to halt their construction:
We are the Enawene Nawe of Halataikiwa village.We have just been to a meeting. We did not seek this meeting, it was the Brazilians who invited us. Together with our representatives, there were representatives from the Nambiquara, Pareci, Myky, and Rikbaktsa tribes. At the meeting we spoke with a Brazilian about the building of dams. The Brazilian said, 'Come and look at the first dam we have already built.' He continued, 'The dams are a good thing, not a bad thing. The fish will not die, the water will not become dirty, the forest will not die. 'We communicated clearly to the people who want to build the dams, 'Do not build the dams, we do not want them.'As far as the Enawene Nawe are concerned, we are completely against the dams. We do not want a car nor do we want money. We are thinking about fish, and the water. The Rikbaktsa people think the same. As soon as we got back home we, the Enawene Nawe, spoke together. After this, we spoke in Cuiabá [the capital of Mato Grosso state], to the public prosecutor. This person said that the situation was very difficult. So then we thought like this: OPAN [Brazilian NGO working with indigenous peoples] and the Federal Ministery of Public Affairs should see the impact report together; and soon we must go to Brasília so that all the Enawene Nawe can speak there.We are seeking help from others, as we are very unhappy, very unhappy indeed.
woensdag 24 januari 2007
Nieuws
Braziliaanse overheid breekt alweer belofte
Door: Geertje van de Pas, 3 januari 2007. http://www.noticias.nl/inheems_artikel.php?id=1499
Al in februari 2006 is de Tupinikim en Guarani-indianen in Brazilië beloofd dat hun inheemse gebied erkend zal worden. Maar de minister houdt zich niet aan zijn woord.De Tupinikim en Guarani-indianen proberen op alle mogelijke manieren de minister van Justitie aan zijn belofte te houden. In februari 2006 beloofde hij voor het einde van dit jaar hun land te zullen erkennen als inheems gebied. Land dat al jarenlang door het bedrijf Aracruz, de grootste celluloseproducent ter wereld, wordt bezet en vol met eucalyptus is gezet.
Klappen
Om druk uit te oefenen op de Braziliaanse overheid trokken op 12 december zo´n tweehonderd indianen naar Portocel. Vanaf die haven exporteert Aracruz haar productie naar Europa, Azië en de VS. De actievoerders slaagden erin de haven te bezetten en het werk stil te leggen. De actie werd internationaal ondersteund. In New York, Berlijn en Oslo protesteerden steungroepen bij de Braziliaanse ambassades of consulaten. De volgende dag wachtte de indianen een verrassing. Bussen vol arbeiders van Aracruz of van onderaannemers (zoals Plantar, waarin ook de Rabobank investeert) arriveerden in de haven. Zij probeerden de bezetting op te heffen. De spanning liep hoog op. Er ontstonden diverse opstootjes. Zowel indianen als symphatisanten van verschillende non-gouvernementele organisaties kregen klappen. Er was wel politie aanwezig, maar die hield zich afzijdig. Aan het eind van de middag verscheen de directie van Aracruz ter plaatse. De menigte werd tot rust gemaand. De arbeiders vertrokken weer.
Agenda
De indianen waren van plan te blijven tot er bericht van de Braziliaanse regering zou komen. Een onderhandelaar van Funai, de regeringsorganisatie voor inheemse kwesties, zei vroeg in de avond toe dat er de maandag daarop een gesprek zou plaatsvinden met de president van Funai en met de minister van Justitie in Brasilia. Met deze belofte op zak, besloten de indianen terug te keren naar hun dorpen. De spanning van die dag had hun weerstand gebroken.Op maandag 18 december kwamen achttien leiders van de Tupinikim en Guarani aan in Brasilia. Funai had een aantal vliegtickets gestuurd, de rest had met de auto zo´n duizend kilometer gereden. Alles leek erop dat eindelijk het langverwachtte gesprek met de minister zou plaatsvinden.De procedure om het land van de Tupinikim en Guarani te erkennen als inheems gebied loopt al sinds 12 september bij het ministerie Justitie. De termijn waarbinnen de zaak geanalyseerd moet worden en er een besluit moet vallen, is dertig dagen. Die termijn is dus al twee maanden verstreken.Op dinsdagochtend bleek dat er niets in de agenda van de minister stond. Er werd druk heen en weer gebeld. Andere informatie was dat er om drie uur ‘s middags een gesprek met een assistent van de juridische afdeling zou zijn. Verwarring alom. Om drie uur in de middag waren de indianen en symphatisanten bij het Ministerie en bleek dat er geen afspraak zou zijn. Geen. Met niemand. Vier uur hebben ze gewacht voor de ingang van het Ministerie. Ze werden niet toegelaten. Tot grote frustratie. Een schending van hun vertrouwen.
Gesol
Een vertegenwoordigster van Funai bemiddelde tussen de indianen en de juridische afdeling van het Ministerie. ‘s Avonds kwam zij met het nieuws dat het proces inmiddels door de afdeling was geanalyseerd, dat er geen twijfel over mogelijk was dat het om inheems gebied ging, dat alle juridische stappen gevolgd waren, en dat het dossier nu bij de minister zelf lag. Beloofd werd dat de indianen een kopie van het complete dossier zouden meekrijgen. Helaas ook die belofte werd niet nagekomen. Donderdag zijn de Tupinikim en Guarani vertrokken. Onverrichterzake. Dat zij in januari terug zullen komen, staat vast. Ze zijn het gesol meer dan zat.Gelukkig valt er ook nog iets positiefs te melden. Op 20 december besloot de rechter dat Aracruz alle valse en discrimerende opmerkingen over de Tupinikim en Guarani-indianen van haar website moet verwijderen. Ook de brochure die Aracruz op scholen en universiteiten verspreidde, mag niet meer uitgedeeld worden.
Meer info: http://www.cimi.org.br/
Door: Geertje van de Pas, 3 januari 2007. http://www.noticias.nl/inheems_artikel.php?id=1499
Al in februari 2006 is de Tupinikim en Guarani-indianen in Brazilië beloofd dat hun inheemse gebied erkend zal worden. Maar de minister houdt zich niet aan zijn woord.De Tupinikim en Guarani-indianen proberen op alle mogelijke manieren de minister van Justitie aan zijn belofte te houden. In februari 2006 beloofde hij voor het einde van dit jaar hun land te zullen erkennen als inheems gebied. Land dat al jarenlang door het bedrijf Aracruz, de grootste celluloseproducent ter wereld, wordt bezet en vol met eucalyptus is gezet.
Klappen
Om druk uit te oefenen op de Braziliaanse overheid trokken op 12 december zo´n tweehonderd indianen naar Portocel. Vanaf die haven exporteert Aracruz haar productie naar Europa, Azië en de VS. De actievoerders slaagden erin de haven te bezetten en het werk stil te leggen. De actie werd internationaal ondersteund. In New York, Berlijn en Oslo protesteerden steungroepen bij de Braziliaanse ambassades of consulaten. De volgende dag wachtte de indianen een verrassing. Bussen vol arbeiders van Aracruz of van onderaannemers (zoals Plantar, waarin ook de Rabobank investeert) arriveerden in de haven. Zij probeerden de bezetting op te heffen. De spanning liep hoog op. Er ontstonden diverse opstootjes. Zowel indianen als symphatisanten van verschillende non-gouvernementele organisaties kregen klappen. Er was wel politie aanwezig, maar die hield zich afzijdig. Aan het eind van de middag verscheen de directie van Aracruz ter plaatse. De menigte werd tot rust gemaand. De arbeiders vertrokken weer.
Agenda
De indianen waren van plan te blijven tot er bericht van de Braziliaanse regering zou komen. Een onderhandelaar van Funai, de regeringsorganisatie voor inheemse kwesties, zei vroeg in de avond toe dat er de maandag daarop een gesprek zou plaatsvinden met de president van Funai en met de minister van Justitie in Brasilia. Met deze belofte op zak, besloten de indianen terug te keren naar hun dorpen. De spanning van die dag had hun weerstand gebroken.Op maandag 18 december kwamen achttien leiders van de Tupinikim en Guarani aan in Brasilia. Funai had een aantal vliegtickets gestuurd, de rest had met de auto zo´n duizend kilometer gereden. Alles leek erop dat eindelijk het langverwachtte gesprek met de minister zou plaatsvinden.De procedure om het land van de Tupinikim en Guarani te erkennen als inheems gebied loopt al sinds 12 september bij het ministerie Justitie. De termijn waarbinnen de zaak geanalyseerd moet worden en er een besluit moet vallen, is dertig dagen. Die termijn is dus al twee maanden verstreken.Op dinsdagochtend bleek dat er niets in de agenda van de minister stond. Er werd druk heen en weer gebeld. Andere informatie was dat er om drie uur ‘s middags een gesprek met een assistent van de juridische afdeling zou zijn. Verwarring alom. Om drie uur in de middag waren de indianen en symphatisanten bij het Ministerie en bleek dat er geen afspraak zou zijn. Geen. Met niemand. Vier uur hebben ze gewacht voor de ingang van het Ministerie. Ze werden niet toegelaten. Tot grote frustratie. Een schending van hun vertrouwen.
Gesol
Een vertegenwoordigster van Funai bemiddelde tussen de indianen en de juridische afdeling van het Ministerie. ‘s Avonds kwam zij met het nieuws dat het proces inmiddels door de afdeling was geanalyseerd, dat er geen twijfel over mogelijk was dat het om inheems gebied ging, dat alle juridische stappen gevolgd waren, en dat het dossier nu bij de minister zelf lag. Beloofd werd dat de indianen een kopie van het complete dossier zouden meekrijgen. Helaas ook die belofte werd niet nagekomen. Donderdag zijn de Tupinikim en Guarani vertrokken. Onverrichterzake. Dat zij in januari terug zullen komen, staat vast. Ze zijn het gesol meer dan zat.Gelukkig valt er ook nog iets positiefs te melden. Op 20 december besloot de rechter dat Aracruz alle valse en discrimerende opmerkingen over de Tupinikim en Guarani-indianen van haar website moet verwijderen. Ook de brochure die Aracruz op scholen en universiteiten verspreidde, mag niet meer uitgedeeld worden.
Meer info: http://www.cimi.org.br/
zaterdag 20 januari 2007
So Called DROOG Amerika...
Zoals een aantal mensen van me weten heb ik een grondige hekel aan een bepaalde meneer met een bepaalde baard en een bepaalde hoogst irritante glimlach.
Hij heeft een bepaald boek geschreven waarin hij allemaal onzin loopt te verkopen. Het gaat o.a. over de zogenaamde voordelen van de Euraziatische natuur en klimaat, ten opzichte van de Amerikaanse. Amerika (Noord en Zuid) zou of te koud, of te warm, of te vochtig, of te droog zijn. De vegetatie en de grond zouden niet geschikt zijn voor goede landbouw en zouden niet zoveel mensen kunnen voeden.
Dit nu, beste vrienden, is volslagen lariekoek.
Om dat te bewijzen nog maar wat meer getalletjes:
feit 1: de indiaanse landbouw vanuit Mexico (dwz. in dit geval maïs, bonen en pompoenen) werd bij de komst van de Europeanen in praktijk gebracht in Noord-Dakota, aan de kust van Peru, in hartje Amazone, in zuid Quebec en in Arizona
feit 2: Deze gebieden hebben allemaal extremen in zich.
Noord-Dakota: koud (koudste maand -13 graden celsius) en redelijk droog (rond de 400 mm neerslag/jaar).
Zuid-Quebec (Montreal): koud (koudste maand -10) en vochtig (rond de 1000 mm neerslag/jaar).
Kust van Peru: gematigd (koudste en warmste maand tussen 15 en 25 graden) en extreem droog (minder dan 100 mm neerslag/jaar)
Arizona: warm en droog (Phoenix gemiddeld 33 graden in juli en ongeveer 200 mm neerslag/jaar)
Amazonegebied: warm en vochtig (Manaos: elke maand rond 26/27 graden en meer dan 2000 mm neerslag/jaar)
feit 3: er zijn gebieden in het Amerikaanse continent die vaak worden genoemd als plaatsen waar de indiaanse bevolking niet van de landbouw kon leven omdat het er of te koud, of te warm, of te droog, of te nat zou zijn. Vooral droogte, kou en hitte zouden het 'ergst' zijn.
Deze gebieden zijn:
Patagonië (droog en koud)
Noordoost Mexico en west Texas (droog en warm)
Baja California, Nevada, Utah (droog en warm)
Maine, New Brunswick, Nova Scotia, Newfoundland (koud en vochtig)
Montana, Wyoming, Idaho, Alberta (droog en koud)
feit 4: Zoals ik al zei: lariekoek. Al deze gebieden zijn ofwel minder droog, ofwel minder vochtig, ofwel minder koud, ofwel minder warm dan de bij punt 2 genoemde extremen. Kijk maar:
Patagonië: koudste maand (in het uiterste zuiden) +1 graad celsius, warmste maand (uiterste noorden) 23 graden. In het hele gebied is de neerslag tussen de 150 en 200 mm/jaar.
Noordoost Mexico en west Texas: koudste maand is rond 15 graden, warmste rond de 30. Gemiddelde neerslag is tussen 300 en 700 mm/jaar
Baja California-Utah: warmste rond 30 graden en droogste rond de 100 mm/jaar.
Maine-Newfoundland: wintertemperatuur tussen -10 en -3, zomer tussen 20 en 15. Neerslag rond de 1000 mm/jaar
Montana-Saskatchewan: de -10 'lijn' van Montreal loopt door Calgary en via de Rocky Mountains richting Anchorage in Alaska. In alle Amerikaanse staten (Montana, Wyuming, Idaho) is het dus warmer. Tevens is de neerslag in dit gebied tussen de 250 en 500 mm/jaar.
feit 5: indiaanse (mais, boon, pompoen) landbouw was klimatologisch gezien mogelijk van zuid Alaska, via de Rocky Mountains naar zuid Canada (ten zuiden van 50 graden Noorderbreedte) tot het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika (Vuurland is veel vochtiger dan Patagonië en slechts een weinig kouder). Het was alleen in het grootste gedeelte van Canada (grofweg tussen 50NB en 70NB) echt te koud. Dit gebied is ruim 30 miljoen vierkante kilometer groot. Als ik de 4/5 mensen per km2 neem van de vorige post dan kunnen hier in theorie tussen de 120 en 150 miljoen mensen geleefd hebben.
De vraag is nu of dat veel is of niet... De hoogste mij bekende schatting is 112,5 miljoen. Vaak lees je echter tussen 30 en 50 miljoen. Zelfs de VN hebben zich er ooit tegenaan bemoeid door officieel vast te stellen dat het er in Latijns-Amerika (van Mexico tot Argentinië) 70 miljoen waren...
Het blijft een spannend vraagstuk :)
Hij heeft een bepaald boek geschreven waarin hij allemaal onzin loopt te verkopen. Het gaat o.a. over de zogenaamde voordelen van de Euraziatische natuur en klimaat, ten opzichte van de Amerikaanse. Amerika (Noord en Zuid) zou of te koud, of te warm, of te vochtig, of te droog zijn. De vegetatie en de grond zouden niet geschikt zijn voor goede landbouw en zouden niet zoveel mensen kunnen voeden.
Dit nu, beste vrienden, is volslagen lariekoek.
Om dat te bewijzen nog maar wat meer getalletjes:
feit 1: de indiaanse landbouw vanuit Mexico (dwz. in dit geval maïs, bonen en pompoenen) werd bij de komst van de Europeanen in praktijk gebracht in Noord-Dakota, aan de kust van Peru, in hartje Amazone, in zuid Quebec en in Arizona
feit 2: Deze gebieden hebben allemaal extremen in zich.
Noord-Dakota: koud (koudste maand -13 graden celsius) en redelijk droog (rond de 400 mm neerslag/jaar).
Zuid-Quebec (Montreal): koud (koudste maand -10) en vochtig (rond de 1000 mm neerslag/jaar).
Kust van Peru: gematigd (koudste en warmste maand tussen 15 en 25 graden) en extreem droog (minder dan 100 mm neerslag/jaar)
Arizona: warm en droog (Phoenix gemiddeld 33 graden in juli en ongeveer 200 mm neerslag/jaar)
Amazonegebied: warm en vochtig (Manaos: elke maand rond 26/27 graden en meer dan 2000 mm neerslag/jaar)
feit 3: er zijn gebieden in het Amerikaanse continent die vaak worden genoemd als plaatsen waar de indiaanse bevolking niet van de landbouw kon leven omdat het er of te koud, of te warm, of te droog, of te nat zou zijn. Vooral droogte, kou en hitte zouden het 'ergst' zijn.
Deze gebieden zijn:
Patagonië (droog en koud)
Noordoost Mexico en west Texas (droog en warm)
Baja California, Nevada, Utah (droog en warm)
Maine, New Brunswick, Nova Scotia, Newfoundland (koud en vochtig)
Montana, Wyoming, Idaho, Alberta (droog en koud)
feit 4: Zoals ik al zei: lariekoek. Al deze gebieden zijn ofwel minder droog, ofwel minder vochtig, ofwel minder koud, ofwel minder warm dan de bij punt 2 genoemde extremen. Kijk maar:
Patagonië: koudste maand (in het uiterste zuiden) +1 graad celsius, warmste maand (uiterste noorden) 23 graden. In het hele gebied is de neerslag tussen de 150 en 200 mm/jaar.
Noordoost Mexico en west Texas: koudste maand is rond 15 graden, warmste rond de 30. Gemiddelde neerslag is tussen 300 en 700 mm/jaar
Baja California-Utah: warmste rond 30 graden en droogste rond de 100 mm/jaar.
Maine-Newfoundland: wintertemperatuur tussen -10 en -3, zomer tussen 20 en 15. Neerslag rond de 1000 mm/jaar
Montana-Saskatchewan: de -10 'lijn' van Montreal loopt door Calgary en via de Rocky Mountains richting Anchorage in Alaska. In alle Amerikaanse staten (Montana, Wyuming, Idaho) is het dus warmer. Tevens is de neerslag in dit gebied tussen de 250 en 500 mm/jaar.
feit 5: indiaanse (mais, boon, pompoen) landbouw was klimatologisch gezien mogelijk van zuid Alaska, via de Rocky Mountains naar zuid Canada (ten zuiden van 50 graden Noorderbreedte) tot het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika (Vuurland is veel vochtiger dan Patagonië en slechts een weinig kouder). Het was alleen in het grootste gedeelte van Canada (grofweg tussen 50NB en 70NB) echt te koud. Dit gebied is ruim 30 miljoen vierkante kilometer groot. Als ik de 4/5 mensen per km2 neem van de vorige post dan kunnen hier in theorie tussen de 120 en 150 miljoen mensen geleefd hebben.
De vraag is nu of dat veel is of niet... De hoogste mij bekende schatting is 112,5 miljoen. Vaak lees je echter tussen 30 en 50 miljoen. Zelfs de VN hebben zich er ooit tegenaan bemoeid door officieel vast te stellen dat het er in Latijns-Amerika (van Mexico tot Argentinië) 70 miljoen waren...
Het blijft een spannend vraagstuk :)
Vrijdag 2 februari: Charles Mann geeft lezing in Leiden
Occasional Lecture
On Friday February 2, 2007,
Charles C. Mann
will feature as invited speaker
to discuss the arguments presented in his best-selling book
‘1491. New revelations of the Americas before Columbus’
Venue: Kamerlingh Onnesgebouw, Room A144.
The lecture will commence at 8 PM.
The lecture will end with time for a plenary discussion with the author.
Attendance is free of charge and open to all. For the required registration please contact Alex Geurds (a.geurds@let.leidenuniv.nl / 527.2173).
ONE OF THE BEST BOOKS OF THE YEAR
Time Magazine • Boston Globe • Discover Magazine
Amazon.com • San Francisco Chronicle
USA Today • A New York Times Notable Book of the Year
——————
New York Times Bestseller • San Francisco Chronicle Bestseller
“An eye-opening book that requires us to rethink virtually every assumption we have had about the Western Hemisphere before the arrival of Europeans.”
- Jan Dizard, Charles Hamilton Houston Professor of American Culture, Amherst College
“Marvelous ... a sweeping portrait of human life in the Americas before the arrival of Columbus ... Mann navigates adroitly through the controversies. He approaches each in the best scientific tradition, carefully sifting the evidence, never jumping to hasty conclusions, giving everyone a fair hearing—the experts and the amateurs; the accounts of the Indians and their conquerors. A remarkably engaging writer, he lucidly explains the significance of everything from haplogroups to glottochronology to landraces. He offers amusing asides to some of his adventures across the hemisphere during the course of his research, but unlike so many contemporary journalists, he never lets his personal experiences overwhelm his subject.”
- Kevin Bacon, New York Times Book Review
“We all know the first Americans wrote, built cities, and erected monuments, but they also changed the landscape. Well-informed in the ways of Aztec, Inca, Maya, Amazonian and Mound Builder, Mann engagingly reviews the social, environmental, and even the genetic conditions that set up the conquest that would follow the clash between two worlds—a clash not only among cultures but among ecosystems as well.”
- Anthony Aveni, author of Skywatchers of Ancient Mexico and Empires of Time
“The nonfiction book that impressed me most in 2005.”
- Ronald Wright, Times Literary Supplement (London)
This book is also available in a Dutch translation, published by Nieuw Amsterdam (2005).
On Friday February 2, 2007,
Charles C. Mann
will feature as invited speaker
to discuss the arguments presented in his best-selling book
‘1491. New revelations of the Americas before Columbus’
Venue: Kamerlingh Onnesgebouw, Room A144.
The lecture will commence at 8 PM.
The lecture will end with time for a plenary discussion with the author.
Attendance is free of charge and open to all. For the required registration please contact Alex Geurds (a.geurds@let.leidenuniv.nl / 527.2173).
ONE OF THE BEST BOOKS OF THE YEAR
Time Magazine • Boston Globe • Discover Magazine
Amazon.com • San Francisco Chronicle
USA Today • A New York Times Notable Book of the Year
——————
New York Times Bestseller • San Francisco Chronicle Bestseller
“An eye-opening book that requires us to rethink virtually every assumption we have had about the Western Hemisphere before the arrival of Europeans.”
- Jan Dizard, Charles Hamilton Houston Professor of American Culture, Amherst College
“Marvelous ... a sweeping portrait of human life in the Americas before the arrival of Columbus ... Mann navigates adroitly through the controversies. He approaches each in the best scientific tradition, carefully sifting the evidence, never jumping to hasty conclusions, giving everyone a fair hearing—the experts and the amateurs; the accounts of the Indians and their conquerors. A remarkably engaging writer, he lucidly explains the significance of everything from haplogroups to glottochronology to landraces. He offers amusing asides to some of his adventures across the hemisphere during the course of his research, but unlike so many contemporary journalists, he never lets his personal experiences overwhelm his subject.”
- Kevin Bacon, New York Times Book Review
“We all know the first Americans wrote, built cities, and erected monuments, but they also changed the landscape. Well-informed in the ways of Aztec, Inca, Maya, Amazonian and Mound Builder, Mann engagingly reviews the social, environmental, and even the genetic conditions that set up the conquest that would follow the clash between two worlds—a clash not only among cultures but among ecosystems as well.”
- Anthony Aveni, author of Skywatchers of Ancient Mexico and Empires of Time
“The nonfiction book that impressed me most in 2005.”
- Ronald Wright, Times Literary Supplement (London)
This book is also available in a Dutch translation, published by Nieuw Amsterdam (2005).
woensdag 17 januari 2007
Regen... Tijd voor meer vragen en antwoorden. Tijd voor wat schokkende getallen!
Glaw a ra mensen, glaw a ra... Het regent... Letterlijk: regen doet het.
Mooier kan een dag niet zijn om wat meer (veelgehoorde) vragen en (verassende) antwoorden op te schrijven.
Vraag: hoeveel indianen waren er in Noord-Amerika toen de Europeanen er voor het eerst kwamen?
Antwoord: Geen idee. Maar het waren er in ieder geval veel meer dan dat schoolboeken je willen doen geloven. Rond 1900 en tot 1970 ongeveer was men er van overtuigd dat er niet meer dan een miljoen waren. Een simpel rekensommetje laat echter zien dat dit absoluut niet mogelijk is. Noord-Amerika (Canada + VS) is namelijk ongeveer 20 miljoen vierkante kilometer. Als er slechts 1 miljoen mensen waren, dan was de bevolkingsdichtheid 0,05 mensen per vierkante kilometer. Dat is echter een getal dat past bij jager-verzamelaars (0,1-0,01 mensen/km2) en de meeste indianen in Noord-Amerika waren helemaal geen jager-verzamelaars maar boeren, evenals in Europa in die tijd...
Vraag: Wat? Waren de meeste indianen boeren? Wat verbouwden ze dan?
Antwoord: Verschillende producten maar voornamelijk maïs, bonen en pompoenen. Verder tabak, zonnebloemen en andere -minder bekende- gewassen.
Vraag: Zonnebloemen? Komen die dan niet uit Europa?
Antwoord: Nee. Zonnebloemen komen uit wat nu de VS (Colorado, Nebraska) is en werden bij de komst van de Europeanen al minstens 3500 jaar lang verbouwd, niet alleen in bijna de gehele moderne VS, maar ook in Mexico en helemaal tot in Peru.
Vraag: Oh, okay... dus als de meeste Noord-Amerikaanse indianen boeren waren, hoeveel mensen waren er dan?
Antwoord: Daar waar landbouw een rol gaat spelen ligt het cijfer van het aantal mensen per km2 op 4 à 5 mensen. Het gebied in Noord-Amerika waar landbouw het belangrijkst was (oosten en zuidwesten van VS), is ruim 5 miljoen vierkante kilometer groot. Een oppervlakte die dus goed is (4-5/km2) voor ongeveer 21 miljoen mensen.
Vraag: 21 miljoen??? Is dat niet wat overdreven? Hoeveel mensen woonden er in Europa in 1492?
Antwoord: In Europa woonden er toen naar schatting ongeveer 70 miljoen (7 mensen per km2). 21 Miljoen voor Noord-Amerika is dus helemaal niet zo gek, minder dicht bevolkt dan Europa en in feite slechts 1 mens/km2.
Vraag: Okay, maar dat was alleen het landbouwgebied zei je, het oosten en zuidwesten van de VS. 'What-about' de rest?
Antwoord: In bijna geheel Canada (behalve de westkust en het zuidoosten) woonden jager-verzamelaars. Het land is 10 miljoen km2 groot en als we de getallen voor jager-verzamelaars nemen komen we uit op tussen de 100.000 en 1 miljoen mensen. De bewoners van de zogenaamde Noordwestkust (van zuid Alaska tot noord Californië en ongeveer 700.000km2), deden niet aan landbouw maar waren toch bijzonder talrijk, mede door het klimaat en het voedseloverschot van de regio. Hier woonden zeker meer mensen dan 1/km2 (= meer dan een half miljoen dus). Datzelfde geldt voor Californië (ongeveer 400.000 km2). Het gebied dat dan nog overblijft is Alaska (zonder het zuiden ongeveer 1,5 miljoen km2) en de westelijke staten van de VS zoals Nevada en Montana (ruim 1,5 miljoen km2), samen 3 miljoen km2. Dit waren vooral jager-verzamelaars. Tellen we dit alles bij elkaar op, dan komen we grofweg op de volgende getallen (laagste schatting):
Canada: 0,5 miljoen
Westkust + Californië: 1,1 miljoen
Alaska en rest VS: 150.000
Samen: 1,75 miljoen.
Opgeteld bij de 21 miljoen uit het landbouwgebied en afgerond geeft dat 23 miljoen Noord-Amerikaanse indianen in 1492. Dat klinkt misschien veel, maar nogmaals: het is slechts nét iets meer dan 1 mens/km2 (te vergelijken met het huidige Siberië).
Vraag: Toch blijft het veel klinken. Hoeveel indianen zijn er nu in Noord-Amerika?
Antwoord: In de VS zijn er ongeveer 3 miljoen (1% vd. bevolking) en in Canada bijna 1 miljoen (ruim 3%). Ik weet dat het veel blijft klinken maar dat komt vooral omdat we al van jongs af aan opgescheept zitten met een Western-beeld van de eenzame krijger te paard, stoicijns uitkijkend over de Praries... Zelfs veel wetenschappers die zich met de vraag bezighouden vinden het veel klinken en geven eerder een getal tussen de 5 en de 10 miljoen. 1 Miljoen hoor je echter nauwelijks meer.
Vraag: En waar wonen die indianen van nu? Nog steeds voornamelijk in het oosten, zuidwesten en westen?
Antwoord: Nee. Als gevolg van de kolonisatie wonen er bijna geen indianen meer in het oosten. In het zuidwesten en westen echter wel. In de VS wonen ze voornamelijk in Californië en Oklahoma (beide rond de 400.000). In Alaska, New Mexico, South Dakota en Oklahoma maken ze meer dan 8% van de lokale bevolking uit. In Canada wonen de meesten inheemsen in Ontario en British Columbia (188.000 & 170.000) . In Nunavut wonen er ongeveer 23.000 (voornamelijk Eskimo's) maar die zijn wel goed voor maar liefst 85% van de totale bevolking van dit gebied.
Genoeg voor vandaag!
Mooier kan een dag niet zijn om wat meer (veelgehoorde) vragen en (verassende) antwoorden op te schrijven.
Vraag: hoeveel indianen waren er in Noord-Amerika toen de Europeanen er voor het eerst kwamen?
Antwoord: Geen idee. Maar het waren er in ieder geval veel meer dan dat schoolboeken je willen doen geloven. Rond 1900 en tot 1970 ongeveer was men er van overtuigd dat er niet meer dan een miljoen waren. Een simpel rekensommetje laat echter zien dat dit absoluut niet mogelijk is. Noord-Amerika (Canada + VS) is namelijk ongeveer 20 miljoen vierkante kilometer. Als er slechts 1 miljoen mensen waren, dan was de bevolkingsdichtheid 0,05 mensen per vierkante kilometer. Dat is echter een getal dat past bij jager-verzamelaars (0,1-0,01 mensen/km2) en de meeste indianen in Noord-Amerika waren helemaal geen jager-verzamelaars maar boeren, evenals in Europa in die tijd...
Vraag: Wat? Waren de meeste indianen boeren? Wat verbouwden ze dan?
Antwoord: Verschillende producten maar voornamelijk maïs, bonen en pompoenen. Verder tabak, zonnebloemen en andere -minder bekende- gewassen.
Vraag: Zonnebloemen? Komen die dan niet uit Europa?
Antwoord: Nee. Zonnebloemen komen uit wat nu de VS (Colorado, Nebraska) is en werden bij de komst van de Europeanen al minstens 3500 jaar lang verbouwd, niet alleen in bijna de gehele moderne VS, maar ook in Mexico en helemaal tot in Peru.
Vraag: Oh, okay... dus als de meeste Noord-Amerikaanse indianen boeren waren, hoeveel mensen waren er dan?
Antwoord: Daar waar landbouw een rol gaat spelen ligt het cijfer van het aantal mensen per km2 op 4 à 5 mensen. Het gebied in Noord-Amerika waar landbouw het belangrijkst was (oosten en zuidwesten van VS), is ruim 5 miljoen vierkante kilometer groot. Een oppervlakte die dus goed is (4-5/km2) voor ongeveer 21 miljoen mensen.
Vraag: 21 miljoen??? Is dat niet wat overdreven? Hoeveel mensen woonden er in Europa in 1492?
Antwoord: In Europa woonden er toen naar schatting ongeveer 70 miljoen (7 mensen per km2). 21 Miljoen voor Noord-Amerika is dus helemaal niet zo gek, minder dicht bevolkt dan Europa en in feite slechts 1 mens/km2.
Vraag: Okay, maar dat was alleen het landbouwgebied zei je, het oosten en zuidwesten van de VS. 'What-about' de rest?
Antwoord: In bijna geheel Canada (behalve de westkust en het zuidoosten) woonden jager-verzamelaars. Het land is 10 miljoen km2 groot en als we de getallen voor jager-verzamelaars nemen komen we uit op tussen de 100.000 en 1 miljoen mensen. De bewoners van de zogenaamde Noordwestkust (van zuid Alaska tot noord Californië en ongeveer 700.000km2), deden niet aan landbouw maar waren toch bijzonder talrijk, mede door het klimaat en het voedseloverschot van de regio. Hier woonden zeker meer mensen dan 1/km2 (= meer dan een half miljoen dus). Datzelfde geldt voor Californië (ongeveer 400.000 km2). Het gebied dat dan nog overblijft is Alaska (zonder het zuiden ongeveer 1,5 miljoen km2) en de westelijke staten van de VS zoals Nevada en Montana (ruim 1,5 miljoen km2), samen 3 miljoen km2. Dit waren vooral jager-verzamelaars. Tellen we dit alles bij elkaar op, dan komen we grofweg op de volgende getallen (laagste schatting):
Canada: 0,5 miljoen
Westkust + Californië: 1,1 miljoen
Alaska en rest VS: 150.000
Samen: 1,75 miljoen.
Opgeteld bij de 21 miljoen uit het landbouwgebied en afgerond geeft dat 23 miljoen Noord-Amerikaanse indianen in 1492. Dat klinkt misschien veel, maar nogmaals: het is slechts nét iets meer dan 1 mens/km2 (te vergelijken met het huidige Siberië).
Vraag: Toch blijft het veel klinken. Hoeveel indianen zijn er nu in Noord-Amerika?
Antwoord: In de VS zijn er ongeveer 3 miljoen (1% vd. bevolking) en in Canada bijna 1 miljoen (ruim 3%). Ik weet dat het veel blijft klinken maar dat komt vooral omdat we al van jongs af aan opgescheept zitten met een Western-beeld van de eenzame krijger te paard, stoicijns uitkijkend over de Praries... Zelfs veel wetenschappers die zich met de vraag bezighouden vinden het veel klinken en geven eerder een getal tussen de 5 en de 10 miljoen. 1 Miljoen hoor je echter nauwelijks meer.
Vraag: En waar wonen die indianen van nu? Nog steeds voornamelijk in het oosten, zuidwesten en westen?
Antwoord: Nee. Als gevolg van de kolonisatie wonen er bijna geen indianen meer in het oosten. In het zuidwesten en westen echter wel. In de VS wonen ze voornamelijk in Californië en Oklahoma (beide rond de 400.000). In Alaska, New Mexico, South Dakota en Oklahoma maken ze meer dan 8% van de lokale bevolking uit. In Canada wonen de meesten inheemsen in Ontario en British Columbia (188.000 & 170.000) . In Nunavut wonen er ongeveer 23.000 (voornamelijk Eskimo's) maar die zijn wel goed voor maar liefst 85% van de totale bevolking van dit gebied.
Genoeg voor vandaag!
vrijdag 12 januari 2007
Apocaflopto
Matige achtervolgingsscène van twee lange uren
Je hebt er bijna een jaar lang naar uitgekeken, je zit eindelijk in de bioscoop, bij de première nog wel en dan…
Dan is het begin nog redelijk, behalve dat er idioot veel bos is en die mensen in dat dorpje heel geïsoleerd lijken te leven, nauwelijks bekent met anderen. Maar goed, indianen blijken ook te kunnen lachen en grappen te kunnen uithalen. Gelukkig, want de stoïcijnse krijger die in de verte naar ik-weet-niet-wat staat te kijken, is al zo vaak afgebeeld. Dan begint het echter. Mensen uit een grote stad vallen het pittoreske dorpje aan. Waarom is onduidelijk maar het is het letterlijke startschot voor twee uur achter elkaar heen en weer lopen tussen het dorp en die naamloze stad. Ongelofelijk saai.
Apocalypto is als volgt samen te vatten:
Mensen in dorp worden aangevallen door mensen uit stad. Men loopt kilometers naar die stad om bovenop de tempel de gevangenen te offeren. De hoofdpersoon weet aan de dood te ontkomen en loopt/rent, achtervolgd door gefrustreerde stadsmensen, terug naar het dorp waar hij toevallig net op tijd is om zijn vrouw en kind te redden. Einde.
Dat er historisch gezien geen moer van klopte was me al duidelijk geworden door het lezen van de vele recensies maar dat de film zélf ook zo slecht was had ik niet verwacht. Het verhaal is absoluut nietszeggend, volkomen inhoudsloos en de anders altijd zo spannende Amerikaanse technische snufjes totaal afwezig. Bovendien lijkt het er verdacht veel op dat de Spanjaarden niet vanuit de Atlantische maar vanuit de Pacifische Oceaan komen.
Geen idee hoe groot het succes is in de Verenigde Staten maar ik denk niet dat het in Europa veel zoden aan de dijk zal zetten omdat het – in tegenstelling tot Gibsons andere “meesterwerk” ‘The Passion of the Christ’ – gaat over iets dat niet erg dicht bij veel Europeanen staat. Ik geloof niet dat er zoveel mensen zullen zijn die na het zien van deze film meteen een reisje zullen gaan boeken naar Mexico omdat ze gefascineerd zijn geraakt door de Maya’s. Dat komt ook omdat Gibson totaal de kans voorbij laat gaan om de Mayacultuur echt te laten zien. Wat de bioscoopbezoeker ziet is een redelijk gewoon dorpje in een onmenselijk groot oerwoud en een ontzettend chaotische stad die nog half in de steigers staat. That’s it.
De bedoeling van Mel is dan ook volslagen onduidelijk. Er is gespeculeerd dat het zou spelen aan het eind van het zogenaamde Klassiek (rond 900 na Christus) toen veel Mayasteden werden verlaten, maar eigenlijk wordt dat uit niets duidelijk. Aangezien op het einde van de film de Spanjaarden verschijnen, zou het namelijk logischer zijn te veronderstellen dat het speelt rond 1500. Probleem daarmee is weer dat, als dat zo is, het centrale thema van de film – een gemeenschap gaat niet ten onder als dat niet van binnenuit gebeurd – helemáál nergens op slaat. Kortom: waar gaat deze film überhaupt eigenlijk over???
Tot slot de vraag of het nou extreem bloederig was. Mijn antwoord is ‘nee’. Hoewel een grote Mayastad nooit een armzalig klein dorpje zou binnenvallen om gevangen te maken voor mensenoffers (eenvoudige boeren – jagers in dit geval! – waren gewoonweg niet waardevol genoeg voor de goden) en de offerpraktijken zoals afgebeeld niet Maya zijn maar Azteeks, is dat eigenlijk het enige geweld. Bij de overval op het dorp worden bovendien ook nog eens de kinderen keurig gespaard zodat die weer een geheel nieuwe gemeenschap op kunnen gaan bouwen (letterlijke belofte van het oudste aanwezige meisje). Als Gibson echt lekker veel geweld en bloed had willen zien, had hij ook kunnen kiezen voor een veel spannender (en historisch juister) tafereel, namelijk een oorlog tussen twee of meerdere steden. Ook daar had hij zich uit kunnen leven op mensenoffers (die nou juist NIET aan Kukulkan gebracht zouden moeten worden) en bovendien met veel meer glitter en pracht en praal… Dan waren wellicht ook de culturele aspecten veel meer aan bod gekomen (bijvoorbeeld het balspel, het schrift en de wiskunde om maar wat te noemen).
Al met al: geen twee sterren (zoals gegeven bij nu.nl) maar helemaal geen. Zelfs niet voor het feit dat ze een Mayataal gebruiken… de verkeerde…
Je hebt er bijna een jaar lang naar uitgekeken, je zit eindelijk in de bioscoop, bij de première nog wel en dan…
Dan is het begin nog redelijk, behalve dat er idioot veel bos is en die mensen in dat dorpje heel geïsoleerd lijken te leven, nauwelijks bekent met anderen. Maar goed, indianen blijken ook te kunnen lachen en grappen te kunnen uithalen. Gelukkig, want de stoïcijnse krijger die in de verte naar ik-weet-niet-wat staat te kijken, is al zo vaak afgebeeld. Dan begint het echter. Mensen uit een grote stad vallen het pittoreske dorpje aan. Waarom is onduidelijk maar het is het letterlijke startschot voor twee uur achter elkaar heen en weer lopen tussen het dorp en die naamloze stad. Ongelofelijk saai.
Apocalypto is als volgt samen te vatten:
Mensen in dorp worden aangevallen door mensen uit stad. Men loopt kilometers naar die stad om bovenop de tempel de gevangenen te offeren. De hoofdpersoon weet aan de dood te ontkomen en loopt/rent, achtervolgd door gefrustreerde stadsmensen, terug naar het dorp waar hij toevallig net op tijd is om zijn vrouw en kind te redden. Einde.
Dat er historisch gezien geen moer van klopte was me al duidelijk geworden door het lezen van de vele recensies maar dat de film zélf ook zo slecht was had ik niet verwacht. Het verhaal is absoluut nietszeggend, volkomen inhoudsloos en de anders altijd zo spannende Amerikaanse technische snufjes totaal afwezig. Bovendien lijkt het er verdacht veel op dat de Spanjaarden niet vanuit de Atlantische maar vanuit de Pacifische Oceaan komen.
Geen idee hoe groot het succes is in de Verenigde Staten maar ik denk niet dat het in Europa veel zoden aan de dijk zal zetten omdat het – in tegenstelling tot Gibsons andere “meesterwerk” ‘The Passion of the Christ’ – gaat over iets dat niet erg dicht bij veel Europeanen staat. Ik geloof niet dat er zoveel mensen zullen zijn die na het zien van deze film meteen een reisje zullen gaan boeken naar Mexico omdat ze gefascineerd zijn geraakt door de Maya’s. Dat komt ook omdat Gibson totaal de kans voorbij laat gaan om de Mayacultuur echt te laten zien. Wat de bioscoopbezoeker ziet is een redelijk gewoon dorpje in een onmenselijk groot oerwoud en een ontzettend chaotische stad die nog half in de steigers staat. That’s it.
De bedoeling van Mel is dan ook volslagen onduidelijk. Er is gespeculeerd dat het zou spelen aan het eind van het zogenaamde Klassiek (rond 900 na Christus) toen veel Mayasteden werden verlaten, maar eigenlijk wordt dat uit niets duidelijk. Aangezien op het einde van de film de Spanjaarden verschijnen, zou het namelijk logischer zijn te veronderstellen dat het speelt rond 1500. Probleem daarmee is weer dat, als dat zo is, het centrale thema van de film – een gemeenschap gaat niet ten onder als dat niet van binnenuit gebeurd – helemáál nergens op slaat. Kortom: waar gaat deze film überhaupt eigenlijk over???
Tot slot de vraag of het nou extreem bloederig was. Mijn antwoord is ‘nee’. Hoewel een grote Mayastad nooit een armzalig klein dorpje zou binnenvallen om gevangen te maken voor mensenoffers (eenvoudige boeren – jagers in dit geval! – waren gewoonweg niet waardevol genoeg voor de goden) en de offerpraktijken zoals afgebeeld niet Maya zijn maar Azteeks, is dat eigenlijk het enige geweld. Bij de overval op het dorp worden bovendien ook nog eens de kinderen keurig gespaard zodat die weer een geheel nieuwe gemeenschap op kunnen gaan bouwen (letterlijke belofte van het oudste aanwezige meisje). Als Gibson echt lekker veel geweld en bloed had willen zien, had hij ook kunnen kiezen voor een veel spannender (en historisch juister) tafereel, namelijk een oorlog tussen twee of meerdere steden. Ook daar had hij zich uit kunnen leven op mensenoffers (die nou juist NIET aan Kukulkan gebracht zouden moeten worden) en bovendien met veel meer glitter en pracht en praal… Dan waren wellicht ook de culturele aspecten veel meer aan bod gekomen (bijvoorbeeld het balspel, het schrift en de wiskunde om maar wat te noemen).
Al met al: geen twee sterren (zoals gegeven bij nu.nl) maar helemaal geen. Zelfs niet voor het feit dat ze een Mayataal gebruiken… de verkeerde…
donderdag 11 januari 2007
Abonneren op:
Posts (Atom)