zaterdag 10 maart 2007

Als het Westen rijk werd door Amerika, dan zijn Afrika en Azië niet arm

In 1492 had Europa geen voorsprong op de rest van de wereld. Als er een continent met een voorsprong was dan was dat Azië. Wat is een voorsprong? In ieder geval niet een erg wetenschappelijke term. Alle continenten (6 + 1 = Amerika Noord, Amerika Zuid, Europa, Afrika, Azië, Australië + Pacific) op één na (Australië) kende landbouw. Alle continenten op 2 na (Australië & Oceanië) kende steden. Het aantal inwoners per continent is moeilijk te schatten maar zoals ik in eerdere posts aangaf wordt er gedacht dat er ongeveer een half miljoen (0,5) waren in die tijd. De Amerika's zouden samen 100 miljoen mensen geteld hebben, Europa en Afrika rond de 150 en Azië rond de 250. Australië, dat een geheel eigen ontwikkeling heeft doorgemaakt, had mogelijk 1 miljoen inwoners en Oceanië een paar miljoen.

Zoals eerder betoogd was de 'ontdekking' van Amerika door Columbs helemaal geen ontdekking en was Columbus dus ook geen 'groot ontdekkingsreiziger'. Als je dat de man verteld zou hebben dan zou hij het zelf glashard ontkent hebben en als je het vervolgens kon bewijzen, zou hij wellicht in tranen zijn uitgebarsten... Azië was NIET bereikt!

Grote delen van Amerika waren veel rijker en dichter bevolkt dan geheel Europa en door deze rijkdommen (o.a. edelmetaal, menselijke arbeid, grond, landbouwproducten, wetenschap) en het feit dat de Amerikanen geen weerstand hadden tegen vreemde ziektes waardoor in 150 jaar 90% van de bevolking stierf, kon Europa een economische voorsprong op Afrika en Azië gaan opbouwen. Behalve landbouwproducten, edelmetaal en grond, verkreeg Europa ook een gigantische afzetmarkt die in de geschiedenisboekjes bekend staat als de 'triangel' tussen Europa, Afrika en Amerika. Europeanen haalden slaven uit Afrika, brachten die naar Amerika om te werken op de plantages aldaar en brachten het eindproduct (suiker, tabak, katoen, etc...) terug naar Europa (en Afrika & Azië). Dit proces bracht de commerciële revolutie tot stand en uiteindelijk (o.a. door de katoen) het begin van de industriële revolutie. Door deze nieuwe rijkdommen en door de beide revoluties konden de Europeanen na ongeveer 400 jaar lang enkel als handelskolonies aanwezig te zijn in Afrika en Azië, nu ook door militair ingrijpen het binnenland van beide continenten veroveren. (NOOT: de oudere handelskolonies aan de kusten waren vaak niet meer dan handelsposten die enkel konden overleven door de bescherming van lokale Afrikaanse en Aziatische machthebbers. Dit was ook helemaal geen nieuw verschijnsel voor veel Afrikanen en Aziaten. Al ver voor de komst van Europese overzeese handelsposten, waren er al 'inheemse' overzeese handelsposten langs de gehele Indische Oceaan. Ook in het Amerika voor de komst van de Europeanen waren handelsposten bekend. De Azteken in Mexico hadden ze b.v. tot ver in Panama).

Wat nieuw was, was de gebeurtenis die tussen 1850 en 1900 plaats had in Afrika en Azië. Europeanen die dusdanige macht hadden verworven dat ze in staat waren om beide continenten militair te veroveren zoals ze dat eerder hadden gedaan met Amerika en Australië (daar eerder door 'hulp' van de ziektes). Ook het Pacifisch-gebied werd in deze korte periode onderworpen (door economische macht én ziektes).

Overigens duurde deze vorm van overheersing niet erg lang (mede door chaos in eigen regio). WOI & WOII (in feite beter te benoemen als EUOI en EUOII omdat het bijna alleen om oorlog tussen Europese grootmachten ging) verzakten de Europese machthebbers zo dat na 1945 de druk van de koloniën te groot werd. De meeste koloniën werden dan ook onafhankelijk (voornamelijk in de jaren 60). Onder andere door de Amerikaanse Marshall-hulp konden de Europese landen zich echter dusdanig herstellen dat men zelf min of meer het afstoten van de koloniën kon leiden. Ook echter kon men hierdoor er voor zorgen dat de voormalige koloniën in een afhankelijke status bleven en tegelijkertijd een bron voor de steeds belangrijker 'nieuwe' grondstoffen zoals olie, gas, etc...

Naast deze blijfende afhankelijke status, waren de voormalig politieke-koloniën ook door de Europeanen zó achter gelaten dat makkelijk met hen te onderhandelen bleef. Hiermee bedoel ik dat deze gebieden zo goed mogelijk waren omgebouwd van inheemse tot Europese staten, kompleet met nieuwe grenzen, Europese regeringen en Europese grondwetten. Aangezien de kerk (in al haar verschillende vormen) al eerder het voorwerk hiervoor geleverd had door 'de vreemden op te voeden' met Westerse Normen, Waarden en een Westers Geloof, was de transformatie naar nieuwe staten naar Westers model niet al te moeilijk meer.

Desalniettemin zou het nergens een succes blijken te zijn...

Over het hoe en waarom, later deel II

L.

Geen opmerkingen: