

Het CARIBISCH GEBIED en de NOORDELIJKE ANDES kennen ook drie grote taalfamilies, te weten: Chibcha (donkerpaars, roze), Arawaks (lichtpaars op het kaartje van Zuid-Amerika) en Caribisch (lichtgroen op het kaartje van Zuid-Amerika). Het AMAZONE gebied kent heel veel verschillende taalfamilies maar vooral Tupi (rood) en Arawaks (lichtpaars). In de ANDES zijn tegenwoordig de Quechua en Aymara (beide blauw hoewel niet aan elkaar verwant) het sterkst maar in 1492 werden er nog vele andere talen gesproken. In de BRAZILIAANSE HOOGLANDEN woonden vooral mensen van de Gê familie (geel) en in het CHACO gebied was geen taalfamilie echt dominant. Over het ZUIDELIJKE deel van Zuid-Amerika is vrij weinig bekent over de situatie in 1492. Het grote blauwe gedeelte helemaal in het zuiden zijn de zogenaamde Chon talen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten