dinsdag 27 februari 2007

Mijn eerste zinnen Quechua...

Les 1: Tapu-y

1. Kay runa-qa Raul-mi.
2. Raul chufir-chu? Arí, chufir-mi.
3. Pi-taq kay runa? Chay runa-qa Pedro-m. Pedro chufir-chu? Pedro mana-m chufir-chu, mayistru-m.
4. Felipe-chu? Mana-m Felipe-chu; huk warmi-m. Pi-taq kay warmi? Chay warmi-qa Marcelina-m.
5. Wasi-chu? Mana-m wasi-chu. Ima-taq? Orqo-kuna-m.
6. Mana-chu orqo-kuna? Mana-m, mana-m orqo-kuna-chu. Ima-taq kay? Chay-qa wasi-m.
7. Ima-taq kay? Chay-qa huk llaqta-m. Lima llaqta-chu? Mana-m Lima llaqta-chu. Wayllay-mi. Hatun-chu kay llaqta? Mana-m hatun-chu chay llaqta; uchuy-mi.

Les 1 vertaling: Vragen

1. Deze mens Raul (is)
2. Raul chauffeur (is)? Ja, chauffeur (is).
3. Wie deze mens? Die mens Pedro (is). Pedro chauffeur (is)? Pedro niet (is) chauffeur, leraar (is).
4. Felipe (is)? Niet (is) Felipe; een vrouw (is). Wie deze vrouw? Die vrouw Marcelina (is).
5. Huis (is)? Niet (is) huis. Wat? Bergen (zijn).
6. Niet (zijn) bergen? Niet (zijn), niet (zijn) bergen. Wat dit? Dat een huis (is).
7. Wat dit? Dat een stad (is). Lima stad (is)? Niet (is) Lima stad. Wayllay (is). Groot (is) deze stad? Niet (is) groot die stad; klein (is).

Woorden:
tapuy = vragen
kay = deze/dit
runa = mens
raul = Raul (naam)
chufir = chauffeur
pi = wie
chay = die
pedro = Pedro (naam)
mana(m) = niet/nee
mayistru = leraar
felipe = Felipe (naam)
huk = een/1
warmi = vrouw
marcelina = Marcelina (naam)
wasi = huis
orqo = berg
ima = wat
llaqta = stad/dorp/land
lima = Lima (hoofdstad Peru)
wayllay = Wayllay (dorp in Peru)
hatun = groot
uchuy = klein

Grammaticale noten
Quechua kent net als andere talen einduitgangen (suffixen). Ook het Nederlands kent suffixen zoals te zien in deze zin. Als ik voorgaande zin zou opschrijven zoals ik de Quechua zinnen heb opgeschreven zou er staan: Ook het Neder-land-s ken-t suffix-en zo-als te zie-n in deze zin. De 'grap' is dat wij zo gewend zijn aan het niet apart leren van deze suffixen dat we er niet bij stil staan dat ze überhaupt bestaan. Iedereen die Quechua gaat leren echter (op de native speakers natuurlijk na) krijgt een heel apart overzicht van het aantal suffixen dat gebruikt wordt. Omdat dit in veel gevallen erg ingewikkeld is zal ik na deze les geen lijsten meer geven van de suffixen. De belangrijkste rede daarvoor is dat Quechua voornamelijk een gesproken taal is en dat de meeste mensen die er in aanraking mee komen ook meer zullen hebben aan standaard zinnetjes en woorden dan een zeer uitgebreide grammatica. Voor de mensen die toch hierin geïnteresseerd zijn, zal ik t.z.t. nog wel een grammatica maken en online zetten. Deze eerste les echter zal ik precies zo behandelen als ik 'm destijds kreeg en zoals-ie staat in het boek Rimaykullayki - Unterrichtsmaterialien zum Quechua Ayacuchano (vertaling in Duits van het Spaanse boek: Quechua - Manual de enseñanza, Clodoaldo Soto Ruiz, Lima, 1979).

Suffixen uit les 1
-y = infinitief bij werkwoorden te vergelijken met Nederlands -(e)n. Tapu-y = Vra(a)g-en
-qa = geeft het onderwerp in de zin aan
-m(i) = ervaring uit eerste hand. Daarom vaak vertaald met "het is/is/het zijn/zijn"
-chu = staat voor ons vraagteken (?) & in ontkennende zinnen voor de ontkenning (is...niet)
-taq = 'hoffelijkheidssuffix' o.a. gebruikt bij vraagwoorden zoals pi (wie) en ima (wat)
-kuna = meervoudssuffix te vergelijken met Nederlandse -en. Orqo-kuna = Berg-en

Uiteraard worden de streepjes die de suffixen van de woorden of van elkaar scheiden in werkelijkheid niet geschreven. Het woord orqokunam (het zijn bergen) wordt dus zo geschreven en niet orqo-kuna-m.

De derde persoon enkelvoud van het werkwoord zijn (is) bestaat wel maar wordt in dit soort zinnen niet gebruikt. Het suffix -m(i) komt daarvoor in de plaats. Ook wordt het gebruikt voor de derde persoon meervoud (zijn). Als de laatste letter van het hoofdwoord een medeklinker is (raul) dan is het suffix -mi (raul-mi). Als het echter een klinker is (pedro) dan is het -m (pedro-m).

-m(i) Kan ook vertaalt worden met "hij/zij doet het" als men dat uit eigen waarneming weet. Voorbeeld: Tapu-chu Pedro? Arí, tapu-m = Vraagt Pedro? Ja, hij vraagt

Voor ontkennende zinnen gebruikt men een combinatie van -m(i) en -chu zoals te zien in zin 7

Mana-m Lima llaqta-chu = niet-is Lima stad-chu = Het is niet Lima.

of in zin 6:

Mana-m, mana-m orqo-kuna-chu = niet-zijn, niet-zijn berg-en-chu = nee, het zijn geen bergen.

Voorbeelden met kennis van les 1
Pitaq? Pedrom. = Wie is dat? Dat is Pedro
Imataq? Huk wasim = Wat is dat? Een huis
Imataq chay? Kayqa huk orqom = Wat is dat? Dit is een berg
Pitaq kay mayistru? Chay mayistruqa Pedrom = Wie is deze leraar? Die leraar is Pedro

Geen opmerkingen: