maandag 4 juni 2007

Diamond 3: landbouw

Landbouw
Hier kan ik vrij kort over zijn. Vandaag de dag is ruim 60% van alle landbouwgewassen ter wereld afkomstig uit Amerika. De bekendste zijn natuurlijk maïs, aardappelen en tomaten maar ook sperziebonen (en bijna alle andere bonen), chocola, vanille, ananas, paprika, pompoenen, maniok (cassave), aardbeien, zonnebloemen en niet eetbare gewassen als katoen, rubber en kinine komen uit Amerika en zijn door indianen ontdekt en gedomesticeerd.

Het is simpelweg niet waar dat de meeste indianen jagers/verzamelaars waren (Diamond en anderen claimen dat wel steeds), niet qua bevolking (dat zou ook heel onlogisch zijn omdat landbouw meer mensen voedt dan jacht of verzamelen) en niet qua oppervlakte. Er waren slechts twee gebieden waar geen landbouw gepleegd werd, te weten het uiterste noorden (grootste gedeelte van Canada) en het uiterste zuiden (Vuurland, Patagonië). In het noorden was het te koud (net als in Siberië waar men ook geen landbouw had) maar hoe het komt dat er geen landbouw in Patagonië was is onduidelijk. In ieder geval heeft het niets te maken met droogte (Diamond) door de noord-zuidas. De droogste plek in Patagonië krijgt ongeveer 150-200 mm meer neerslag dan de kust van Peru waar landbouw erg belangrijk was. In combinatie met de as-theorie van Diamond kunnen we ook kijken naar landbouwproducten die van de ene naar de andere regio gingen. Diamond claimt (zie eerder gegeven citaat) dat

Enkele gewassen, vooral Mexicaanse maïs, verbreidden zich inderdaad in pre-Columbiaanse tijd naar het Andesgebied. Maar andere gewassen en huisdieren slaagden er niet in om zich van Midden- naar Zuid-Amerika en vice versa te verbreiden.

Maar hij verzuimt te vermelden wat hij bedoeld met het woord ‘enkele’. Onderzoek heeft uitgewezen dat het zeker om ruim 30 verschillende landbouwproducten ging waaronder behalve maïs ook bonen, chilipepers, katoen, rubber, maniok, cacao en coca. Over de huisdieren zal ik het later hebben. Ook verzuimt hij te vermelden wanneer deze gewassen de ‘overtocht’ maakten tussen beide gebieden. Waar hij de nadruk legt op het 5000 jaar durende hiaat tussen maïs in Mexico en maïs in het oosten van de VS, noemt hij niet dat de Mexicaanse maïs in Ecuador kort verscheen na de ingebruikname in het noorden. Mexicaanse en Amazonelandbouw kwamen elkaar rond 5000 voor Christus al tegen in Panama, op hetzelfde moment dat de landbouw uit Mesopotamië Nederland bereikte.

Tot slot werd vorig jaar bekend dat de aardappel slechts op een plek is gedomesticeerd en niet (zoals Diamond aannam omdat dit in zijn theorie past: verschillende indianen vonden dezelfde dingen steeds opnieuw uit omdat de noord-zuidas de verspreiding van gewassen zou verhinderen) op verschillende plekken en verschillende tijdstippen.

Kortom: ook hier klopt het verhaal van Diamond niet.


Zonnebloemen uit de VS (gedomesticeerd rond 2000 voor Christus) waren in Peru toen de Spanjaarden kwamen.


Maniok uit de Amazone en maïs uit Mexico komen elkaar tegen in Panama 5000 voor Christus.


De zoete aardappel uit het grensgebied van de Andes en de Amazone had wellicht het grootste verspreidingsgebied want werd helemaal verbouwd tot in Papua New Guinea... Ver buiten Amerika dus. Het Polynesische woord voor zoete aardappel is hetzelfde als in het Quechua. Een van de sterkste bewijzen dat er contact was tussen beide gebieden.

Geen opmerkingen: