maandag 4 juni 2007

Diamond 4: de dieren...

De Dieren
Ik noemde in het eerste deel van dit verhaal al dat het met de ontdekking van de Amerikaanse dieren begon. Om welke dieren gaat het nu precies en waar komen ze voor?

Hoefdieren (belangrijkste categorie in het verhaal van Diamond)
-bighornschaap (Ovis canadensis): Rocky Mountains tot in Mexico (Baja Caliornia o.a.)
-dallschaap (Ovis dalli): Alaska, Yukon, BC, NWT
-muskusos (Ovibos moschatus): Alaska, Yukon, NWT, Nunavut, Groenland, Quebec(?)
-sneeuwgeit (Oreamnos americanus): Alaska, BC, Washington, Montana, Idaho
-amerikaanse bizon (bos, prairie) (Bison bison): subarctic tot noord mexico. kust tot kust.
-proghorn antiloop (Antilocapra americana): alberta, Sask tot Baja Cali en vallei van Mexico
-eland (Alces americanus): arctic tot cetraal VS
-rendier (Ranfiger tarandus): gehele arctic, subarctic tot Maine
-witstaarthert (odocoileus virginianus): zuid Canada tot Bolivia
-lama (=guanaco) (Lama glama): zuid Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili, Argentinië, Paraguay en mogelijk Brazilië
-alpaca (= ganaco) (Lama pacos)
-halsbandpecari (pecari tajacu): van Oklahoma in de VS tot noorden van Argentinië
-witlippecari (tayassu pecari): zuid Mexico-Argentinië
-Chaco pecari (Catagonus wagneri): Paraguay, Bolivia, zuid Brazilië
-Baird’s tapir (Tapirus bairdii ): zuid mexico tot Ecuador
-bergtapir (Tapirus pinchaque): Colombia, Ecuador, Peru
-Zuid-Amerikaanse tapir (Tapirus terrestris): Colombia tot noord Argentinië

Knaagdieren
-cavia (Cavia porcellus)
-hutia (Isolobodon Portoricensis)

Carnivoren
-hond (Canis lupus familiaris)
-coati (Nasua narica)

Apen

Vogels
-kalkoen (Meleagris gallopavo)
-Araucaner kip (Gallus inauris)
-muskuseend (Cairina moschata)
-papegaai (
-macaw (Ara sp.)

Reptielen
-schildpad

Vissen

Insecten
-honingbij

Al met al zijn er zeker soorten 17 hoefdieren met een die ofwel gedomesticeerd, ofwel semi-gedomesticeerd waren, óf waarvan de archeologische en vroeghistorische bronnen aantonen dat er een belangrijke (economische) relatie was tussen de dieren en de mensen (huisdieren, temmen, handel, etc…). Belangrijker is echter (als reactie op Diamond) dat ze er überhaupt zijn. Het zijn dus goede kandidaten om gedomesticeerd te worden. Verder zijn er zeker vijf soorten gedomesticeerde vogels, honden en coati's, honingbijen en een aantal knaagdieren (mogelijk nog meer zoals de capybara die de grote van een varken heeft). Ook maken de Spanjaarden melding (en archeologische bronnen lijken dit te bevestigen) van schilpad en viskwekerijen. Bij dit al moeten waarschijnlijk ook nog schelpdieren (oesters, mosselen, etc…) gevoegd worden.

Tot slot iets over het verspreidingsgebied van deze dieren. De schapen, geiten en runderen wonen in Noord-Amerika, een overwegend koel gebied. Diamond noemt de noord-zuidas van Amerika als een hindernis voor de verspreiding van gedomesticeerde dieren die in koele gebieden wonen. Zo zouden lama’s nooit door de warme en vochtige laaglanden van Midden-Amerika komen. Voordat ik op lama’s terugkom wil ik even naar de schapen en runderen. Over geiten en schapen zou men hetzelfde kunnen zeggen in de “Oude Wereld”. Die komen oorspronkelijk uit het warme midden-oosten maar zijn uiteindelijk zelfs in Scandinavië en zuidelijk Siberië aangekomen. Runderen hebben ook een verspreidingsgebied dat zich over heel verschillende milieus uitstrekt (droog en warm Afrika, vochtig en warm India & zuidoost Azië, koel en vochtig in Europa). De Amerikaanse bizon kwam in 1492 allerminst enkel voor op de prairies zoals dat wel het geval was in de 19de eeuw (de tijd die ons stereotype beeld van de Noord-Amerikaanse indiaan heeft geschonken). Bizons kwamen voor van het koude subarctische Canada (D-klimaat) tot in het warme noorden van Mexico (BSh-klimaat). Ook aan droge gebieden waren ze niet gebonden. Destijds kwamen bizons voor in wat nu New York State is (gemiddelde jaarlijkse neerlag ruim 1000 mm. Amsterdam kent een jaarlijkse neerslag van ongeveer 700mm). Ook warm en vochtig was geen probleem. Ook in Georgia (gemiddelde warmste maand 27/28 graden) kwamen ze voor. Bizons zouden zich klimatologisch gezien in theorie heel goed over een nog veel groter gebied hebben kunnen verspreidden. In ieder geval tot in het noorden van Panama (de centraal-Amerikaanse bergrug loopt door tot in dit land, in tegenstelling tot wat Diamond suggereert…)

Ook de bighorn komt voor in zowel droge als vochtige & warme en koude gebieden voor. Zeker de Mexicanen (Azteken b.v.) hadden in theorie bizons en bighorns kunnen domesticeren. Verder komt een soort pecarie (halsband) ook voor in Mexico. Alles bij elkaar opgeteld hadden de Mexicanen dus tot beschikking: runderen, schapen, varkens, kalkoenen en andere dieren die ze hadden of hebben gedomesticeerd. En dat is toch een heel ander beeld dat Diamond ons schetst. Twee andere noord-amerikaanse dieren (die de indianen daar in ieder geval hadden kunnen voorzien in bijvoorbeeld melk en kaas) zijn het rendier en de eland. Beide dieren zijn niet of nauwelijks te onderscheiden van de Euraziatische soort. In Eurazië werden beide echter gedomesticeerd (denk aan de Saami, Lappen). Ook stonden volkeren in Alaska in contact met volkeren in Siberië van wie ze het idee van domesticatie hadden kunnen overnemen. Toch hebben ze dat niet gedaan. De vraag is waarom. Maar tegelijkertijd kan dat ook een bewijs zijn dat wat diamond verteld niet klopt. Contacten tussen volkeren met en volkeren zonder gedomesticeerde dieren en de verspreiding van deze dieren wilt blijkbaar nog niet zeggen dat elk volk dat idee ook maar overneemt. Blijkbaar is de zaak ingewikkelder.

Dan de lama’s en de alpaca’s (beide voortgekomen uit de wilde guanaco) maar wel degelijk twee verschillende soorten. De lama wordt voornamelijk gebruikt als lastdier en als vleesleverancier. De alpaca wordt voornamelijk gebruikt voor zijn wol. De eerste Spanjaarden noemden de alpaca’s de “schapen van de Andes” (mogelijk ook lama’s). Diamond zegt dat lama’s niet de warme laaglanden van midden-Amerika hadden kunnen doorkruizen omdat het dieren zijn uit het koude en droge Andesgebied. Datzelfde zou gelden voor cavia’s:

Het koele bergland van Mexico zou ideale omstandigheden hebben geboden voor het fokken van lama’s, cavia’s en aardappels, allemaal soorten die gedomesticeerd zijn in de koele hoogvlakten van de Zuid-Amerikaanse Andes. Toch werd de noordwaardse verbreiding van die specialiteiten uit de Andes volledig tot staan gebracht door de tussenliggende warme laagvlakten van Centraal-Amerika. Vijfduizend jaar na de domesticatie van de lama’s in de Andes hadden de Olmeken, maya’s, Azteken en alle andere inheemse gemeenschappen van Mexico nog steeds geen lastdieren en eetbare huisdieren behalve honden.

Dit nu is volslagen onwaar en wijst er andermaal op dat hij de feiten niet goed kent. Het is waar dat lama’s niet in Mexico voorkwamen in 1492 (hoewel sommige Spanjaarden wel melding hebben gemaakt van een lama(‘s) in de dierentuin van de Azteekse vorst…) maar dat de lama niet bestand zou zijn tegen warme en of vochtige klimaten is helaas niet waar. Ten eerste is niet de hele Andes droog. Zelfs in sommige delen van de zuid-Peruaanse Andes valt jaarlijks tussen de 500 en 1000 mm regen (zoals in West-Europa). En zoals iedereen weet komen lama’s, alpaca’s en hun wilde varriant de guanaco in dierentuinen overal ter wereld voor waar noch bergen, noch droog weer is. Het gaat diamond in het citaat echter vooral om de temperatuur. Wat veel mensen niet weten is dat lama’s en alpaca’s in 1492 ook voorkwamen aan de Peruaanse (warm en droog, BWh) en Ecuadoriaanse kust (warm en vochtig, tropisch Aw en Af). Om precies te zijn kwamen lama’s en alpaca’s in 1492 voor van zuid-Colombia (tussen 1000 en 2000 mm neerslag jaarlijks) tot in centraal chili (koel en vochtig). Zowel in hooglanden als in (tropische) laaglanden. Wilde guanaco’s komen zelfs voor in Paraguay (laag, warm en vochtig).

De eerste Spanjaarden die de Amazone afvaren schrijven zelfs over “ovejas de Perú” ("schapen van Peru" = alpaca’s of lama’s) die gehouden worden door locale heersers. De Spanjaarden zijn op dat moment ongeveer ter hoogte van de huidige Amazonestad Manaus (Af-klimaat met elke maand rond de 27 graden Celsius en jaarlijkse neerslag ruim 2000 mm). Toen de Spanjaarden voor het eerst in Panama kwamen wisten de locale bewoners daar te vertellen dat de bewoners in het zuiden lama’s hadden. Blijkbaar kunnen deze beesten dus heel wat meer aan dan Diamond beweert. Bovendien konden de balsavlotten die Peruanen en Ecuadorianen hadden gemakkelijk paarden en lama’s dragen. Zelfs áls het waar was dat deze beesten niet door de Midden-Amerikaanse laagvlaktes konden omdat het te warm was of te vochtig, dan hadden ze makkelijk via zee naar Mexico gebracht kunnen worden. Bovendien, waarom zou men naar Mexico moeten? Men had ook lama’s tot aan Venezuela kunnen brengen aangezien de Andes tot daar loopt. Maar dat is niet gebeurd voor zover wij weten. Andermaal een bewijs tegen de stellingname van Diamond.

Tot slot de cavia’s. Die komen ook uit de Andes van zuid Peru maar die zijn wel degelijk tot zeer ver naar het noorden gegaan. Caviabotten van 7000 jaar oud zijn in Colombia gevonden en ook de indianen op de Antillen (Af, Aw) hadden cavia’s. Ook deze beestjes hebben dus geen moeite met warme of vochtige klimaten, sterker, hun verspreidingsgebied was zeer groot. Waarom dan niet tot in Mexico? Waarom geen lama’s in Mexico? Waarom geen gedomesticeerde schapen en koeien als die er wel waren? Als Diamond ook hier geen gelijk heeft, wat is het dan? Deze vraag dringt zich steeds meer op en zal ik proberen te beantwoorden in het laatste deel van dit verhaal.

Foto's, kaarten en woorden
.
...there is an animal which they call chic [coati, and] the women raise them and they leave nothing which they do not root over and turn upside down.…[Women] raise other domestic animals, and let the deer suck their breasts, by which means they raise them and make them so tame that they never will go into the woods, although they take them and carry them through the woods and raise them there (Bisschop De Landa over de Maya: 1566).
.

Huidige verspreidingsgebied van de Halsbandpekari (Pecari tajacu). Ze werden verhandeld tussen Colombia en Costa Rica en als huisdier gehouden bij veel Amazonevolkeren vandaag de dag.

Verspreidingsgebieden van de vier lama-achtigen toen (bij de komst van de Spanjaarden in de vroeg 16de eeuw) en nu. A (Guanaco) en B (Vicuña) geven de huidige verspreiding aan van de twee wilde varrianten. C (Lama) en D (Alpaca) geven de verspreiding aan van deze twee tamme dieren in 1532 (de donkere, "solid" lijn). Hoewel het kaartje wat onscherp is, is toch goed te zien dat lama's in de warme noordkust (Ecuador, Peru) voorkwamen en bovendien ook tot op de dag van vandaag (samen met de wilde guanaco hier op de foto) in de Boliviaanse en Paraguayaanse Chaco. Een savannegebied waar het in de zomer makkelijk warmer wordt dan 30 graden (Aw-klimaat).
.
De noordkust van Ecuador kent Aw en Af klimaten en de kust van Peru een BW-klimaat. Maar dat is nog niet alles. De eerste Europeanen die over de Amazone voeren (1542) maken melding van lama's ter hoogte van het huidige Manaus. Priester Carvajal schrijft:
.
Sus vestidos eran de ropa de lana muy fina porque tenían ovejas del Perú. (Fray Gaspar de Carvajal in 1542, halverwege de tocht over de Amazone) ["Hun kleding was van fijne wol omdat ze schapen uit Peru hadden..."]
.
Zeer opmerkelijk is ook het volgende:
.
of te wel... mannetjes op lama's... iets dat huidige lama's niet kunnen hebben. Het zou theoretisch mogelijk zijn dat de uitgestorven kustlama's groter en sterker waren dan de huidige lama's. Beide "vazen" komen uit de kustregio.

Respectievelijk het oorspronkelijke verbreidingsgebied van het bighornschaap en de bizon. De laatste van New York tot Californië en van Alaska tot noord Mexico...

Kippen komen uit Azië en deze legt groenblauwe eieren... Niet erg Europees... En bovendien...
.
Polynesians beat Columbus to the Americas
22:00 04 June 2007

Prehistoric Polynesians beat Europeans to the Americas, according to a new analysis of chicken bones.... (zie andere post).

Resten in Boliviaanse Amazone van viskwekerijen. Tot wanneer werden deze kanalen gebruikt? De tekening is uit de 19de eeuw (Bolivia is al een republiek)...
En niet enkel vissen... Duizenden van dit soort schelpen en slakkehuizen zijn er gevonden.
.

Waarom hadden de Chuckchee (meest oostelijk wonende Siberische volk, wonend aan de Beringstraat) wel gedomesticeerde rendieren en de Amerikaanse volkeren niet? Het beest is hetzelfde. Men had contact met elkaar... Een raadsel dat Diamond niet kan verklaren. Waar hij niet eens op in gaat.
.
Tot slot nog een citaat uit een boek over de Maya's en hun natuurlijke omgeving:
We know that deer, peccary, and turkeys were used extensively (Pohl and Feldman 1982). We have no idea what management approach the Maya might have used to sustain the abundance of these animals. It was known that deer, peccary, and ocellated turkey were so abundant and tamed in some areas that they seemed domesticated (Díaz del Castillo 1927). The only explanation for this abundance was the existence of large areas of managed forests and secondary forest lands where these animals, plus large carnivores, were able to thrive. These places were likely crucial ecological refuges. Studies on the ecology of regeneration and on the biodiversity of managed forests and secondary forests at different stages of development in the Maya region can help us understand their role as refuges and possible ancient wildlife management approaches.

Geen opmerkingen: